Tok… tok… tok… hoor ik alsmaar tegen het raam. Eerst tegen het raam van de openslaande deuren, en dan ook tegen het zijraam. Wat is dat toch, wie wil daar nou steeds naar binnen? Meestal is het een flinke hommel of zo, maar deze keer lijken het meerdere buzzers, ze zijn met een groep. Ik loop naar de keuken om het eens van die kant te bekijken.

Wat ik dan zie, laat me schrikken. Tientallen insecten zwermen tegen de muur en kruipen in de open stootvoegen, de spouwmuur in. Neeee!!! Dat wil ik niet! We hebben al eens een hommelnest in de spouwmuur aan de voorkant gehad, op zich leuk, maar ik weet nog wat ik toen allemaal las over de schade die je kunt hebben van bijen of wespen in je muur. Bovendien heb ik geen zin om in de aanvliegroute te zitten met m’n ontbijtje…

Eerst maar eens even kijken wat voor beestjes het nou zijn. Goh, dat is nog lastig, ze blijven maar dansen en ik kan geen goed beeld krijgen… Uiteindelijk ga ik toch maar naar buiten en parkeer mezelf vlak voor zo’n gat waar ze in en uit kruipen. Ha! Gelukkig, het zijn volgens mij ‘gewoon’ honingbijen.

Aan de ene kant ben ik blij om weer eens wat bijen te zien, aan de andere kant zie ik wel liever wilde bijen – en heb ik liever toch geen compleet bijennest voor m’n keukendeur. Ik vraag me ook gelijk af hoe dat dan werkt, heeft deze groep zich afgescheiden van een volk van een imker verderop? En hoe gaat dat dan verder met ze…?

Ik duik het internet op en vind allerlei enge dingen over bestrijding, maar niet hoe je ze op een vriendelijke manier kunt demotiveren om niet in je muur te gaan nestelen. Ik verzin zelf even snel iets geks: ik zet wat brandende wierook langs de muur, in de hoop dat ze dat vies vinden, of verwarrend. Wel lees ik dat je de stootvoegen kunt afsluiten met zogenaamde bijenbekjes, zodat ze er een volgende keer niet meer in kunnen kruipen. Dus sowieso gaan we snel naar de bouwmarkt en kopen voor 130,- aan bijenbekjes en tikken die in de rest van de muren.

Maar de gaten waar ze steeds in kruipen, die durf ik niet af te sluiten. Sowieso wil ik ze niet vermoorden, maar ik wil ook geen opgevreten muur. Na een tijd zoeken stuit ik op een site van het Ambrosiusgilde, een vereniging van imkers. Gelukkig kan ik iemand bereiken, die me te woord staat en vraagt om een filmpje van de rakkertjes in actie.

Afijn, na het opsturen van het filmpje word ik al snel teruggebeld en krijg ik mijn vermoeden bevestigd: het zijn honingbijen, en dit zijn zogenoemde speurbijen. Die zwermen vooruit als een koningin zich afsplitst van het volk, om een geschikte nieuwe nestplaats te zoeken. De imker adviseert me om gewoon te wachten tot de avond, omdat ze dan waarschijnlijk terugkeren naar hun volk, en dan kan ik alsnog de rest van de bijenbekjes plaatsen. En inderdaad. Als ik er geen meer zie, bescherm ik ook de laatste stootvoegen met een klemmetje. De volgende ochtend is het weer rustig.

bijenbekje in stootvoeg
… bijenbekje in een stootvoeg…

Er gaat gelijk weer van alles door m’n hoofd. Hoe zou het nu met ze zijn? Zouden ze een mooi geschikt plekje hebben gevonden? Probeert hun imker om ze weer terug te krijgen? Het gaat slecht met de wilde bij, en honingbijen zorgen voor een voedseltekort voor ze – vervelende concurrenten dus. Wat kan ik doen voor wilde bijen- en hommelvolken? Kan ik één of ander ding in de tuin zetten, waar ze fijn in kunnen nestelen? Of moet ik dat maar niet willen?

Wat is het weer ingewikkeld allemaal. Ik kom m’n dag wel door zo… 😀 😉