Het leek een tijdje goed te gaan, na het poten van de nieuwe plantjes. Hier en daar trof ik in de ochtend een knabbelende slijmjurk aan, die ik vervolgens met een flinke zwier over de sloot heen slingerde. Maar over het algemeen was de schade binnen de perken, met dank aan het droge voorjaar.

Naarmate de lente overging in zomer, begonnen ze weer fanatieker te knagen. En de dagelijkse inspectie laat me wederom verbaasd achter: de slakken zijn het ab-so-luut niet eens met wat er over hen op internet gezegd wordt. Vraag maar eens welke planten slakken niet lekker vinden, en in het antwoord staat onder andere (met dank aan AI):

Planten die slakken vermijden:

Kruiden: Munt, tijm, rozemarijn, salie, bieslook, knoflook.

Bloemen: Goudsbloemen, Afrikaantjes, vingerhoedskruid, anemonen, Zeeuws knoopje, akelei.

Andere planten: Siergrassen, varens, Bergenia, duizendblad, longkruid, tuingeraniums.

…”

Er onder staat trouwens wel: “AI-reacties kunnen fouten bevatten.” Ja, logisch, want ‘het’ kopieert uiteindelijk gewoon allerlei op internet rondzwervende bronnen na. En, hoewel die bronnen soms betrouwbaar overkomen: van mijn slakken weten ze niks.

De munt bevalt mijn slakken namelijk prima. Rozemarijn, met z’n stekelige blad, daar kun je heerlijk avontuurlijk in klimmen. Knoflookwater maakt de maaltijd nòg smakelijker. Het blauwe schapengras, ik weet niet wat ze daar uitspoken, maar ze zitten er in. En dan m’n zeeuws knoopje… daar blijft gewoon niets meer van over. En zo kan ik nog even doorgaan.

Ja, de astrantia (zeeuws knoopje dus), die had ik er speciaal op uitgezocht. Die is namelijk overal terug te vinden in lijsten met ‘slakbestendige’ planten. Waar slakken niet van houden dus. Nou, ik weet niet of mijn slakken masochistisch aangelegd zijn, maar ze verslinden mijn astrantia vol overgave. Of is het een soort vernietigingswraak en spugen ze de blaadjes daarna weer uit..? Iedere morgen trek ik er in ieder geval een paar slakken uit (meestal van die naakte, bah). Maar ik ben steeds te laat om schade te voorkomen. Het leed door de nachtelijke slakkenterreur is reeds geschied, en de plantjes worden met de dag kaler, tot ze bijna verdwenen zijn.

Dan kom ik het verhaal tegen van een lotgenoot, die vertelt de astrantia’s tijdelijk uitgegraven te hebben, om in een pot bij te laten komen. Ten einde raad besluit ik maar om hetzelfde te proberen. Ik begin met de twee ergste slachtoffers, maar al snel blijkt de slakkenterreur des te harder gebotvierd te worden op de overblijvende drie. Dus die gaan er dan ook maar uit. En nu heb ik vijf astrantia’s in potten staan. Hmm. Rare manier van tuinieren.

Wat ik alleen niet had verwacht, is dat het echt werkt. De slakken lijken de moeite niet te nemen om de potten te beklimmen – voor nu – en binnen no time komen de plantjes weer helemaal bij. Ze maken nieuw blad, en eentje is zelfs zo blij dat ie maar even voor een tweede keer gaat bloeien!

astrantia aangevreten door slakken
na een paar dagen verschijnt er al nieuw blad…
astrantia weer groeiend
… na een week ziet ie er best weer fris uit…
astrantia weer groeiend
… en na twee weken lijkt ie al helemaal bijgekomen…
astrantia aangevreten door slakken
… nog zo’n triest slachtoffer, worstelend om te overleven…
astrantia weer groeiend en bloeiend
… maar zo’n respijtzorg-pot doet wonderen, er wordt alweer gebloeid!!!

Deze oplossing blijkt dus op de korte termijn een prima redmiddel. Maar. Wat ga ik straks doen? Hoe lang hou ik ze hier? Wanneer kunnen ze terug de volle grond in? En met hoeveel planten moet ik ditzelfde gaan doen? Ik kan toch niet mijn hele tuin in potten op het terras zetten? Ik zie het al voor me… een lege border… en dan allemaal hongerige potbeklimmende slakken… want mijn planten opeten zullen ze, hoe dan ook.

Ach, het houdt je wel van de straat zo hè.