De rol die ik jarenlang heb vervuld in als gedetacheerde, was meestal ook de rol die op een afdeling het langste in stand bleef. Eén voor één waren collega’s ‘klaar’ met hun gedeelte van de opdracht. Een afscheid werd ingepland, er werd geld ingezameld voor een kado en er werd geborreld. Tegen de tijd dat mijn eigen afscheid dan naderde, was er vaak niemand meer om mij uit te zwaaien. Ik voelde me dan degene die het spreekwoordelijke licht uitdeed. Toch wel soort van symbolisch, want die rol krijg ik voor mijn gevoel vaker toebedeeld…

In het ‘echte leven’ voel ik me regelmatig geroepen om een ander te hulp te schieten. Logisch, want het is ook zingevend, om er voor anderen te kunnen zijn. Vooral in de eigen kring, voor de mensen waar je het meeste van houdt. En zeker voor de mensen die ook voor jou klaargestaan hebben.

Waar ik vroeger nooit zo over heb nagedacht, is hoe dat dan gaat als je ouder wordt. Als je een heel kleine ‘kring’ hebt. En geen kinderen hebt. En de zorgvoorzieningen waar je dacht op terug te kunnen vallen, steeds meer uitgekleed worden. Wie gaat mij helpen dan?

Ook bijna al mijn vrienden zijn kinderloos. Intussen draaien onze levens steeds meer om de generatie boven ons. In de levensfase waarin je altijd had gehoopt om je eindelijk te gaan verheugen op het Zwitserlevengevoel, blijk je je handen vol te hebben aan mantelzorg. Zorgen spoken 24/7 door je hoofd. Wat moet ik doen? Kan ik dat regelen? Wie weet hoe dat zit? Als dat maar goed gaat…

Mijn eigen gezondheid levert me kopzorgen genoeg en schreeuwt steeds weer om aandacht, maar het lukt vaak niet om die voorrang te geven. Het is onontkoombaar, we moeten nu zorgen voor de oudere, hulpbehoevende generatie, ouders, tantes en ooms. En dat verdienen ze ook. (Althans, de meesten wel… ;-))

Maar… hoe gaat dat straks verder? Met mij, en met mijn generatie? Er komt geen tijd meer om tot rust te komen, om te genieten van wat ik nu nog kan. Geleidelijk aan takel ik vervolgens zelf af. En wat dan? Als ik het niet meer kan? Als ik zelf hulp nodig heb? Dan is er niemand om voor ons te zorgen. Ik weet niet wat ik erger vind, de psychische ‘last’ en zorgen van de zorg, of het idee dat er voor mij, voor ons, kinderlozen, niemand zal zijn.

Het is wel gewoon hoe het leven nou eenmaal is. Soms overvallen zulke paniekgedachten me, maar eigenlijk is het niks unieks, geldt het voor iedereen. Wij zeggen dan tegen elkaar: “Als het niet meer gaat, doen we gewoon het licht uit hoor! Klaar is klaar.” Tja, dat is vooraf makkelijk gezegd…

Hoe zit dat bij jou? Denk jij daar wel eens over, ouder worden?