Nog steeds heb ik geen oplossing voor de verdwijnende grond in m’n tuin. Het is weer flink aan het zakken, dus ik moet de boel dringend aanvullen. Maar ik kan het niet meer over m’n hart verkrijgen om tuingrond met turf erin te kopen. Duurzamere oplossingen zijn ook niet per sé duurzaam. Wel veel duurder.

Intussen probeer ik dus steeds slimmer en milieuvriendelijker voor het piepkleine stukje natuur achter m’n huis te zorgen. Zo bedacht ik dat het eigenlijk bizar is dat ik – een groot deel van het jaar tenminste – wekelijks een kliko vol met groenafval aan de straat zet. Dat verdwijnt dus uit mijn tuin. En mijn tuingrond. Niet handig. Wat gaat er allemaal in, en hoe kan ik dat anders aanpakken?

Al een tijd gebruik ik alle takken om een honden- en kattenbarricade te bouwen. Die gaan dus niet in de kliko, maar in een provisorisch in elkaar gevlochten walletje langs de buitenrand van de tuin. De kleinere takjes gaan in proppen onder de struiken, om de favoriete sluip- en aanvalsplekjes van de buurkatten te blokkeren. Riet- en grasachtige stengels leg ik ook aan de rand, gratis af te halen door nestbouwende eksters en andere gedierte.

Planten die ik niet wil (laat ik het woord onkruid maar niet gebruiken) gaan alleen nog in de bak als ze via de wortels uitlopen en/of woekeren. Andere plantjes drop ik ergens in de tuin, of ik gooi ze achter de tuin in de groenstrook. Zo komen ze vanzelf weer als voedingsstoffen in de bodem.

Nu het weer voorjaar is, wil ik de opkomende planten toch een zonnetje gunnen, dus al de uitgebloeide verdroogde stengels van vorig jaar moeten nu weg. Geïnspireerd door een medeblogger die eerder hier reageerde, zit ik nu uren op m’n knieën om al die stengeltjes tot mulch te verkruimelen… De voordelen: a. de grond droogt minder uit, b. de voedingsstoffen blijven in de tuin, c. ik heb minder afval, d. het ziet er eigenlijk nog leuk uit ook! Tegen het eind van het jaar maar eens kijken of ik het verschil merk.

Intussen, zo op m’n knieën rondkruipend, valt me op dat de planten weer hun (eigen) positie (ver)kiezen. Na de grote ophoging van een paar jaar geleden heb ik wat nieuwe bewoners, die ik nog niet zo goed ken. Hoe doen ze het inmiddels? Tijd voor een klein tevredenheidsonderzoekje.

De kruipvlambloem is in z’n derde jaar niet alleen uitgegroeid van 4 losse plantjes tot een brede aaneengesloten zoom langs het pad, maar heeft ook het pad zelf in bezit genomen. Dat is nu zo’n 20 cm smaller geworden. Soms zien de blaadjes en dor en droog uit, maar op het moment begint ie weer volop te bloeien, dus dat is een goed teken. Alleen wordt het lastig om ze te splitsen en opnieuw uit te planten, want het liefste groeien ze kennelijk tussen de stenen.

kruipvlambloem
… zo groot is één plantje na drie jaar… en het paadje verdwijnt langzaam maar zeker…

De bosviooltjes leken het in het tweede jaar maar half te doen, en waren populair bij de beestjes. Ze werden steeds kaalgevreten en bloeiden minimaal. Nu lijken ze toch weer in orde, al valt me wel op dat de blaadjes veel kleiner blijven dan in het jaar dat ik ze heb geplant. Maar ze bloeien in ieder geval ook weer.

bosviooltje
… piepklein en laag bij de grond blijvende blaadjes, maar… hij bloeit!

De blauwe druifjes hebben zich na één seizoen al flink uitgebreid. Ze bloeien lekker vroeg, precies waarop ik hoopte, een prachtige blauwe gloed in de verder nog wat kale voorjaarstuin. Maar de zaadjes kunnen werkelijk overal ontkiemen, de sprietjes vind ik tussen de stenen, in kiertjes, in de potten, nou ja… overal dus. Ben benieuwd wanneer dit uit de hand gaat lopen.

blauwe druifjes
… vanuit de verte lijkt het een blauwe waas onder de sierappel…

De irissen had ik destijds gered bij de ophoging van de tuin. En ik heb er wat nieuwe bij gekocht. De nieuwe hebben het duidelijk verschillend naar de zin. Hoe meer zon op de voetjes, hoe beter ze groeien en bloeien. De ‘oude’ bos is veel blijer dan vroeger, en verrast niet alleen met mooie grote bloemen, veel vroeger in het voorjaar dan de ‘nieuwe’, maar ze zijn tegenwoordig… wit! En ik dacht toch echt dat ze vroeger blauw waren…

iris
… de verplante irissen, eens blauw, nu wit…

De acanthus is het eerste jaar enorm gegroeid, zonder te bloeien. De hele winter bleef hij groen, en de tweede zomer stond hij te showen met een enorme bos bloeiaren. De tweede winter eindigde in februari met sneeuw en ijzige kou, waardoor hij verschrompelde, en dat jaar niet bloeide. Afgelopen winter lijkt hij goed doorgekomen te zijn, en inmiddels neemt de plant een paar vierkante meter in beslag. Als ik de enorme bladeren optil, blijken ook de zaailingen het goed naar de zin te hebben… oeps! Ik kan zo een handeltje beginnen. En ik lees ergens dat slakken er niet van houden, maar mijn slakken denken daar anders over.

acanthus
…de enorme acanthus…
acanthus zaailingen
… en een enorme hoeveelheid acanthus zaailingen…

De elfenbloem of epimedium – mijn favoriet, met z’n prachtige vorm blaadjes en z’n mini-orchideetjes – doet het maar zo-zo. Half onder de hosta en heuchera aan de ene kant, lijken ze wel te overleven maar niet hard te groeien, en aan de andere kant staan ze inmiddels half onder de campanula. Daar zie ik nog wel de stronkjes, maar ik ben bang dat ze niet meer op gaan komen. Jammer… het is kennelijk niet hun plekje.

elfenbloem
… klein maar o zo verfijnd, zowel bloempjes als blad…

Zo, het is wel weer even genoeg qua tuinpraatjes, de rest komt later aan de beurt voor een evaluatie. Maar het blijft een leuke manier om je de les te laten lezen door de natuur 😁