Ik hoor de zusters tijdens de medicatieronde om het hoekje met elkaar overleggen. “En die 17 eenheden insuline?” Ik herken de stem van de zuster – aan wie ik eerder vandaag ook al uitlegde dat dit fout in het dossier staat – die haar corrigeert: “Neenee, dat hoeft niet.” Het staat dus nog steeds op het overzicht, en mijn stressbrein draait overuren. Wat als ik bewusteloos raak en iemand spuit me enthousiast vol? Wat staat er nog meer verkeerd? Dit is namelijk niet de eerste keer dat ik een fout in mijn medische dossier ontdek. Ik maak me meer en meer zorgen.

Iedere zuster moet ik het verhaal opnieuw uitleggen, over de insulinepomp, de foutieve medicatielijst, het advies uit het ziekenhuis om zo stil mogelijk te liggen, het ontbreken van enige informatie, een behandelend arts of een behandelend fysiotherapeut.

Na een aantal worstelingen met de po besluit R om wat dringender te vragen om enige medewerking. Ik wil een zogenoemde papegaai, zodat ik mezelf ergens aan kan vasthouden op de po, en er minder druk op mijn bekken is. De boze woorden helpen en de stang wordt boven mijn bed gemonteerd.

Het is al avond als ik gebeld wordt door het ziekenhuis. De arts in opleiding biedt haar verontschuldigingen aan, maar ‘er waren digitale problemen’ of iets dergelijks en daardoor had ze nu pas het besluit uit het specialistische overleg met het EMC: ze willen (nog) niet opereren en ze wil de nieuwe foto’s vervroegen van vrijdag naar woensdag. Huh? Ik wist niet eens dat ik vrijdag een afspraak had. Ze beantwoordt mijn vragen alleen maar met ‘dat ik intuïtief het goede aan het doen ben’ (leuk compliment hoor, maar daar heb ik niet zo veel aan). Op mijn verzoek of ze de relevante info naar de fysio kunnen sturen zodat ik de juiste hulp kan krijgen, reageert ze doodleuk met ‘Nee, dat doen wij niet’…

Intussen ben ik volledig overprikkeld en gestresst en uitgeput. Op zo’n zorgafdeling gebeurt natuurlijk continu van alles, dag en nacht. Mijn kamergenote is een aardige dame, maar het vele praten, mijn aandacht voor haar problemen, haar vele zorgmomenten, haar lichte hardhorendheid en de keiharde televisie maken dat mijn hoofd bijna ontploft.

En ik weet nog steeds niet hoe of wat…

(De volgorde klopt even niet, dit speelde zich af vóór Gebroken (2))

To be continued.