Het is dezelfde zuster die me ‘liet hangen’, die me nu in de rolstoel komt helpen. Ze vraagt wat ze moet doen. Ik geef aan dat ik graag wil dat ze mijn been tegenhoudt, omdat de adductoren waarschijnlijk beschadigd zijn en ik hem niet zelf omhoog kan houden, waardoor het met een ruk aan mijn bekken naar beneden zou vallen. Ik werk mezelf naar de rand van het bed en begin te langzaam te draaien. Op het moment dat mijn been bij de rand komt, valt het naar beneden. &*@#! Ze staat naast me en kijkt me aan. Naar adem snakkend smeek ik haar of ze als-je-blieft mijn been op wil rapen. Pfoe. Niet erg proactief type. Als ik naar het toilet geholpen ben, hoor ik haar weglopen om iemand anders te helpen, want dat gaat natuurlijk gewoon door. Maar… ik hang op één bil, steunend op mijn armen, met een scheefzakkend bekken, en ik wil de boel niet op scherp zetten. Dus na een tijdje wachten hijs ik mezelf terug in de rolstoel en rol terug de kamer in. Als ze terugkomt krijg ik de wind van voren, ik voel me net een stout kind. Hier ben ik dus heel slecht in. Ik probeer behulpzaam te zijn, maar kan het maar niet goed doen…

Wat ik nog vergeten ben te zeggen, is dat mijn hoop om bij de arts te rade te kunnen gaan vervlogen is. Als ik haar vraag of zij een advies en indicatie kan afgeven omtrent het vervoer, mompelt ze wederom dat ze het druk heeft, dat dat niet aan haar is en loopt ze weg. Nou moe… Wel heb ik ein-de-lijk kunnen vaststellen dat mijn dodelijke dosis vandaag van de medicatielijst is gehaald. Een opluchting. En ook is de afspraak voor vrijdag na wat bellen verschoven naar woensdag, zoals de bedoeling was, ook al weet ik niet waarom.

De klantadviseuse komt melden dat er waarschijnlijk een plek is gevonden in Schiedam, maar dat ik daar donderdag pas naartoe kan en dat ik eerst ‘geaccepteerd’ moet worden. En dat het géén revalidatieplek is. Ik vind alles best op dit moment, als ik hier maar weg ben! Nu gelijk bedenken hoe het vervoer moet. Ik mag de rolstoel NIET lenen. Jammerrrrr.

Ik probeer de autohuur een dag te verlengen, maar, wat een pech, die is niet meer beschikbaar. De klantadviseuse – die overigens nu iets meer ter wille en behulpzaam lijkt – suggereert dat ik misschien toch gewoon even moet bellen. Dat doe ik, en, ongelooflijk, het zit een keer mee, zoals de lieve dame aan de telefoon zegt. Ze ziet dat zij de auto wèl kan reserveren en doet dat direct voor me. Dat scheelt, fijn!

Woensdag 21 augustus. Ik zit bij de traumachirurg, die me serieus in de ogen kijkt. Ik heb net op pijnlijke wijze op een plank liggend een CT scan ondergaan. Of ik de scan wil zien, want sommigen willen dat liever niet. Nou, ik wel, al kan ik ‘m als leek natuurlijk niet goed lezen. Kijk, zegt hij ernstig, al deze zwarte streepjes zijn breukjes. De kom is als het ware versplinterd. Als je op dat been zou leunen, zit je dijbeenkop in je buikholte.

Oeps. Ik word licht misselijk. Hij gaat nog even door met het beschrijven van de ernst van de situatie, de verschillende breukplaatsen (want ook sacrum en pubis zijn gebroken), de absolute noodzaak om secondaire dislocatie te voorkomen (er mag dus echt niks verschuiven), de enorme risico’s van een operatie en daarom keuze voor ‘conservatief behandelen’ (=niks doen), de onzekerheid van volledig herstel, de enorm lange revalidatietijd, de mogelijke blijvende pijn, en ooit eventuele prothese. Het duizelt me, ik weet niet meer hoe ik het heb. Hoe heeft dit nou kunnen gebeuren? 

Ik vertel over de onduidelijkheid en gebrek aan begeleiding. Hij verontschuldigt zich dat er flink bezuinigd is. Ik zeg: “Niks doen, ik snap het, maar hóé dan? Ik leef toch, ik moet toch slapen, eten, plassen… dan moet ik toch weten hoe? En hoe ik vervoerd moet worden, als ik geen arts heb die me dat vertelt?” Hij beaamt dat het inderdaad een uitdaging is. Hij is dan vanaf nu mijn arts, zegt hij, en hij wil liggend vervoer. Ai. Zit ik hier, in een rolstoel… en ik moet nog terug… 

De assistente zoekt een plekje in zijn agenda voor de volgende foto’s. Over 3 weken is te vroeg, maar hij heeft de 24e een moment dus dan moet het maar dan. Het is een vreemde gewaarwording, dat een behandeling bestaat uit af en toe foto’s maken en het verder zelf maar uitzoeken. Maar eigenlijk ken ik dat wel, het lijkt een beetje op de ‘behandeling’ van mijn autoimmuundiabetes… We zitten op de gang nog een beetje te huilen. Het is zo surrealistisch allemaal…