We willen gewoon allemaal een beetje leuk leven. Maar we zijn met teveel. We verbruiken teveel, vervuilen teveel, verpesten teveel. Liever denken we daar niet veel over na, we gaan gewoon door met waar we mee bezig waren. Ik voel me redelijk bewust van het probleem, maar toch blijf ik alsmaar onderdeel van het probleem. Het lukt me absoluut niet om impactloos te zijn.

Maar toch probeer ik hier en daar een piepklein beetje bij te dragen. En door een paar simpele aanpassingen in gedrag, gebruik ik een stuk minder (fossiele) energie dan voorheen. Zo is ons gasverbruik (inderdaad, we zijn nog niet van het gas af) met zo’n 60% verminderd. De thermostaat op 17, minder vaak en korter douchen, inductie koken. Sinds er een einde is gekomen aan het mantelzorgen, maken we nauwelijks autokilometers. Alles lopend of op de fiets. En met zonnepanelen op het dak nemen we alleen nog wat stroom af in de zonloze uren. Iedere aankoop van ‘iets nieuws’ wordt zorgvuldig overwogen, uitgesteld of helemaal afgesteld. Repareren indien mogelijk. Altijd bedenken of er een (betere) keuze is.

Al met al heb ik niet het idee dat ik extreme concessies doe, dus met wat meer opoffering en inspanning zou het in feite best nòg minder kunnen. Net als met het produceren van afval. Ik stoor me – aan mezelf dus – als ik zie dat iedere twee weken de minikliko (voor restafval en pmd) voor een derde gevuld is. Oké, ik doe geen moeite om het afval kleiner te maken (behalve de zuivelkartons, die vouw ik lekker plat), dus hij zit dan ook snel vol. Maar… dan valt me ineens op dat in de rest van de straat de deksels van de andere (gróte!) kliko’s zelfs omhoog staan, zo vol zitten ze! Dus ieder huishouden hier slaagt erin om tweewekelijks nog méér dan 240 liter afval te produceren, in vergelijking waarmee onze 40 à 50 liter best netjes is. Terwijl ik dàt al veel te veel vind…

Ik vraag me af waar dat ‘m in zit. De meeste kinderen in de straat zijn inmiddels groot, dus geen luiers. Veel katten wel, en dus ook kattenbakvulling. En kattenbakvullingverpakkingen. En kattenvoerverpakkingen. En idem voor allerlei andere huisdieren. Drankverpakkingen, vooral die portieverpakkingen, dat tikt ook lekker aan. Pakketbezorgers rijden hier af en aan, dus er zal ook verpakkingsmateriaal tussen zitten. Maar toch? Zó veel?

Mijn eigen afval, waar bestaat dat dan uit? Om te beginnen heb ik een hoop diabetes gerelateerd afval. Daar heb ik het vaker over gehad, wat een ergernis dat zou schelen als ze daar wat duurzamer mee omgingen… zelf heb ik die keuze niet. Sinds m’n ongeluk eet en drink ik weer zuivel voor de calcium, uit de supermarkt, dus verpakt in plastic of karton. Het meeste afval komt trouwens van mijn supermarktaankopen. Of het nou pasta, bulgur, spelt en dat soort dingen is, een rol biscuit, een bakje paddenstoelen, een blok tofu, ik haal bijna alles bij de supermarkt… verpakt. Wat ik los kan kopen aan groente en fruit koop ik los, maar jeetje wat wordt er veel in netjes en bakjes en plasticjes gestopt. En zelfs op de markt wordt er trouwens sinds corona veel alvast in een plastic zakje verpakt. Vis koop ik bij de groothandel, rijst bij de toko, brood bak ik zelf… wat dan nog meer? Oh ja, blikjes natuurlijk. Zo’n beetje het enige wat ik in blik koop is mais, tomatenblokjes, vis, kokosmelk en kidneybonen. Die laatste vindt m’n hubbie helaas lekkerder uit blik… En dan nog, niet te vergeten, de koffiecupjes. Ook een moeilijk af te leren zonde… er gaan er wekelijks heel wat doorheen.

Ongetwijfeld gooi ik nog veel meer afval in de prullenbak, wat ik niet eens nu kan benoemen. En dat is waarschijnlijk ook een deel van het probleem. Voor een deel kunnen we beter ons best doen om verpakkingsloos te kopen. Maar veel afval is er ook inééns, zomaar, ongevraagd, onbewust, onopvallend stiekem het huis binnengekomen. En de één gooit dat misschien achteloos weg, en de ander, zoals ik, vraagt zich steeds af hoe ik nou zo stom heb kunnen zijn en dat moet anders en waarom verpakken ze dat nou zo en wat kan ik hier aan doen en als ik zelf al zo veel afval produceer hoe moet dat dan met die anderen die het niets kan schelen en….

En dóór.

Jemig, ik kan het ook allemaal niet oplossen. Gewoon een beetje m’n best blijven doen dan maar, waar het kàn.

Hoe ver gaan jullie?