Even voorstellen. Dit is Ger. Hij woont bij ons in de klimroos. Hij hangt daar in ieder geval zo vaak rond dat ik hem herken. Een maandje, of twee, dan gaat ie op kamers. Om volgend jaar uit te vliegen als vlinder. Ik zie hem iedere dag een beetje groter worden, lijkt het. Hij beweegt soms wiebelig heen en weer, maar soms hangt ie ook doodstil in een pose. Alsof ie ter plekke bevroren is, midden in een beweging.
Ger is nu nog rups, maar straks wordt ie een grote wintervlinder (Erannis defoliaria). Dat is een nachtvlinder, een spanner, die ook overdag actief is. Ik lees dat de vrouwtjes geen vleugels hebben, dat is apart!?! Ik ga gelijk beter opletten van het najaar of ik zo’n beestje ergens zie. Ze is zwart met wit gespikkeld en doet me een beetje denken aan een kruising tussen een lieveheersbeestjeslarve en een wants.
Hoewel een klimroos niet bekend staat als waardplant voor deze rups, vindt ie het blijkbaar toch wel gezellig bij ons. Als ik verder lees op Wikipedia staat er:
“De soortnaam defoliaria betekent letterlijk ‘ontbladeren‘ en de rupsen zijn in de tuinbouw gevreesd omdat ze hele boomgaarden kunnen kaalvreten.”
Oeps.
Dat is niet de bedoeling, Ger.
Ik hou je in de gaten.
14 mei 2020 op 12:33
Haha 😀