Het is al weken behoorlijk triest weer. Hoewel we deze week werden getrakteerd op een onvoorspelde belachelijk lekkere zonnige dag tussendoor, dat wel. Maar al die regen… Ik ben niet bang voor een spatje, maar nu heb ik het gevoel dat ik mezelf helemaal in moet pakken voordat ik überhaupt naar buiten ga. En het is zo vroeg donker, en dat blijft voorlopig even zo, helaas. Nog 4 weken voordat de dagen weer langer worden, al moet de ‘echte’ winter dan nog beginnen…

Toch is er ook een voordeel te verzinnen: de bomen zijn bijna kaal, wat een beter zicht geeft op de bezoekende vogels. De voertjes die ik heb opgehangen worden druk bezocht, maar ook andere terloopse bezoekjes in de boom en gescharrel over de bodem kunnen nu gemakkelijk worden gadegeslagen! Dagelijkse gasten zijn sowieso de koolmeesjes, pimpelmeesjes, vinkjes, merels, kauwen, eksters, turkse tortels, gaaien, halsbandparkieten, een heggenmus, een roodborstje en een winterkoninkje. Ook komt mevrouw specht meerdere keren per dag langs, meneer specht is al weer wat langer geleden, waarom dat laatste is weet ik niet… En af en toe word ik verrast door een wat minder frequente bezoeker.

Intussen zit ik een beetje met het slechte weer in m’n maag. Ik wilde nog wat tuinklusjes doen, maar kon mezelf al een tijdje niet verleiden. Eén van die klusjes is het snoeien van de lavendel. Niet dat ik veel doe aan ‘winterklaar maken’ van de tuin; het liefste laat ik de natuur het zelf uitzoeken. En laat ik lekker veel tuinrommel liggen, als voedingsbodem voor volgend jaar, èn: als schuilplaats voor allerlei tuinbeestjes, waaronder de egel. Maar die lavendel, daar zit ik dus een beetje mee. Ik lees (en zie ook inmiddels) dat die maar een paar jaar meegaat, en dat de levensduur flink wordt verkort als je ‘m niet twee keer per jaar snoeit, vanwege de verhouting. Hmm.

Zolang er nog bloeiende bloemetjes te ontwaren zijn, met bijtjes erop, gaat het niet gebeuren, echt niet. En dan zet plotseling de winter in, en ben ik soort van te laat. Of zal ik toch nog…? Of niet?

En dan zijn ze daar ineens. De puttertjes. Oftewel, zoals ze vroeger heetten: distelvinken*. Zoooo leuk vind ik die! Die rooie smoeltjes, fraai getekende staartjes en vleugelpunten, de gele flitsen als ze hun vleugeltjes optillen… Ze zitten in de appelboom – die dit jaar gewoon géén sierappeltjes heeft, helaas voor de vogels – en duiken dan de lavendel in. En niet eventjes hoor… ze blijven bijna een uur, driftig de zaadjes uit de lavendel pikkend. Zelfs als ik bij het raam sta pikken ze ongestoord verder!

Natuurlijk probeer ik foto’s te maken, maar wederom blijkt dat je op zo’n moment niet veel hebt aan een pocketcamera of telefoon. Tientallen keren druk ik af, maar er zit niks bruikbaars tussen. Dus gewoon voor de leut post ik er een paar. En een filmpje, waaruit duidelijk blijkt dat je dus NIET je lavendel moet snoeien. Al wordt het dan waarschijnlijk volgend jaar nodig om nieuwe exemplaren aan te planten… Keuzes…


…het bewijs dat ongesnoeide lavendel een lekker maaltje is…
putter
putter
putters
wat heb jij daar?
putter
putter
bonte specht vrouw
mevrouw specht was ook weer van de partij…
gaai
deze gaai komt tegenwoordig langs om wat te snaaien…
huismussen op vetbolhouder
en ja, zelfs huismussen weten raad met de vetbolhouder…

*Gelezen op Wikipedia: “In de westerse wereld wordt de putter sinds lange tijd als kooivogel gehouden. Sommige putten met een klein emmertje zelf hun water uit een waterreservoir. Hieraan dankt de putter zijn Nederlandse naam.