Het is zo heerlijk als de tuin weer tot leven komt! Toegegeven, niet alle beestjes begroet ik met evenveel enthousiasme. Die 100 miljoen mieren bijvoorbeeld, daar krijg ik een punthoofd van. Stenen die verzakken, planten die bezwijken onder een berg zand, potten die in bezit worden genomen waarbij alle aarde er doodleuk uitgekieperd wordt zodat er overal grond op het terras ligt… zucht.

Maar er zijn ook beestjes die, naarmate je dichterbij komt, steeds fascinerender worden. Het doet me wel eens denken aan duiken, waarbij je de meest interessante kleine wezentjes aantreft als je met je neus heel dicht boven de zeebodem, riffen of pinnacles zweeft…

vuurwants
vuurwants
prachtig toch, zo’n vuurwantsje? (*)
schaakbordlieveheersbeestje
… een van m’n favoriete heersbeestjes is het piepkleine schaakbordlieveheersbeestje…
rups witvlakvlinder
dit beestje met gele afwasborstels in z’n nek blijkt de rups van de witvlakvlinder te zijn…

Zo in de gauwigheid tel ik wel een stuk of tien nimfen van de grote groene sabelsprinkhaan, in verschillende stadia en formaten. Sommige zijn echt minuscuul, hooguit het dubbele van een bladluis! Geen idee of het normaal is, dat ze in deze hoeveelheden tegelijk in de tuin zitten, maar het is me nooit eerder opgevallen…

Op de bovenste twee foto’s zie je stengeltjes van de bloemen van de akelei. Die bloemetjes op de laatste twee foto’s zijn van de cerastium (hoornbloem), met een doorsnede van zo’n anderhalf à twee centimeter. Dus zo klein zijn die beestjes nog!

Met dit soort foto’s heb ik wel altijd spijt dat ik ze zo moet verkleinen, want juist de details zijn zo mooi van die kleine wezentjes…


(*) Update: ik werd er door discovering op gewezen dat ik iets te snel Obsidentify heb vertrouwd, want dit is waarschijnlijk een kaneelglasvleugelwants! Daar ben ik al eens eerder in getrapt, die twee lijken op het eerste gezicht wat op elkaar…