… Gaapt. Opent langzaam knipperend de ogen. Komt overeind en bolt de rug. Rekt zich uit, met gestrekte voorpoten, holt dan de rug en strekt de achterpoten. Gaat rechtop zitten, achterpoten onder zich, voorpoten keurig gesloten tegen elkaar aan. Kijkt eens de kamer rond.

Springt soepel van de vensterbank, en slentert naar de keuken. Hurkt in elkaar bij het schoteltje met brokjes, en knaagt er een paar weg. Likt de lippen schoon. Begeeft zich naar het luikje in de deur, en wipt er doorheen, de tuin in. Kijkt even de verschrikt opvliegende vogels na. Vlijt zich neer op de warme stenen in de zon. Sluit de ogen.

Waarom moet ik altijd zo nodig van alles? Mijn tijd goed besteden, een zinvolle bijdrage leveren aan de wereld, de natuur redden, iets presteren, zingevend en creërend bezig zijn, resultaten opleveren… Mezelf doorgronden, mijn passie vinden, mijn ware blauwdruk ontdekken… Ja, natuurlijk moet ik wel iets doen om brood op de plank te hebben en een dak boven m’n hoofd. Maar ik kan óók soms doorschieten. Het leven van een huiskat is toch perfect? Gewoon je ding doen, je eigen gang gaan, je niks aantrekken van anderen. Maakt niet uit in welke ketenen je ondertussen zit. Leven alsof je zelf de baas bent. Je eigen levensgeluk maken. Daar zou ik een voorbeeld aan moeten nemen…

😁