Ik sta een beetje voor het raam, te kijken, wat moet er allemaal gebeuren in de tuin? Wat kan ik doen? Dit mooie weer schrééuwt gewoon om buitenklusjes. Het valt me op dat het kijken zelf wat moeizaam gaat… uhhh… wat zijn die ramen smerig! Idioot, want de buurtglazenwassers – die elk kwartaal langskomen – zijn nèt geweest. Althans, net vóór die drie stormen van laatst. Of zelfs tijdens, geloof ik. In ieder geval was het zinloos… alles is gelijk weer helemaal vies geworden. Klus één dus. Ramen lappen.
Dan de appelboom. Die zit alweer vol met bladknopjes die op springen staan. Wat gaat dat hard! Vorig jaar heeft ie een drastische snoeibeurt gehad, met nog een paar takken te gaan ‘voor volgend jaar’. Dat is nu dus! Ondanks de nachtvorst, want de dagen zijn zo warm dat het uitlopen niet lang meer op zich laat wachten. Ladder erbij, en met de lange takkenschaar is het zo gepiept. Hup, die paar takken eraf die de zon op m’n kersenboompje tegenhouden. Klus twee: done.
De katsura, dat is ook een dingetje. Zo’n boom kan wel 25 meter hoog worden, en dat is dus ècht niet de bedoeling hier. Ik heb ‘m destijds als meerstammige ‘struik’ gekocht, met het idee dat ie op die manier beter in toom te houden zou zijn. Hij staat aan de rand van m’n piepkleine tuintje, vol in de wind, waar ie eigenlijk niet tegen kan. Maar dit exemplaar denkt er duidelijk anders over. Na een paar jaar worstelen tegen de elementen, heeft ie inmiddels een stevige poot aan de grond… de stammetjes hebben bij elkaar wel zo’n 40 cm doorsnede! Dat vraagt om ingrijpen. Dus, zo om het jaar is het wikken en wegen en afzagen. In het begin deed dat vreselijk pijn, ik kan daar echt niet tegen… Zo’n prachtige boom, zo genadeloos amputeren?!
Maar inmiddels ben ik gewend aan al die op een paar meter hoogte afgezaagde stammetjes, en hij groeit gewoon vrolijk verder, en hij is nog steeds favoriet bij de vogeltjes. En nu is het dus weer tijd voor een ‘ingreep’. Na uitgebreide bestudering van de opties, kies ik een paar slachtoffers en gaat de zaag erin. Klus drie dus.
En de takken gaan niet allemaal naar de groenbak. Want ik maak er al een paar jaar een sport van om een soort mini-takkenwalletjes te maken rond de tuin. Sinds ik met de draden in de weer ben geweest om de honden buiten te houden, heb ik gemerkt dat er méér nodig is om ook de katten te weren. Juist de struiken aan de buitenrand zijn populair als schuilplekje, om vanuit daar de vogels te observeren en onverwachts aan te vallen. Neeeee!!! Dus nu heb ik bedacht dat ik die ‘gaten’ onder de struiken dichtstop met allerlei takken en twijgjes. Zodat zo’n kat in ieder geval niet snel naar buiten kan vluchten als ik ‘m zie en wegjaag. Dat schijnen ze geen fijn idee te vinden… Op m’n knieën onder de struiken liggen dus, om een kattenversperring op te werpen. Klus vier.
Eens kijken hoe het met de voervoorraad zit. Pindasilo – check. Spechtenblok – check. Vetbollenhouder – check. Maar… dan moet er natuurlijk niet zo’n eigenwijze halsbandparkiet de boel komen molesteren…
Nou, en dan is dit wat je even later aantreft. Vakkundig opengebroken… nou moe?!
Okay, die zet ik wel weer even in elkaar. Nu bedenken wat ik dáár nou weer voor moet verzinnen… een draadje eromheen draaien?
Nee, het is nooit af, klusjes in de tuin.
En dat is maar goed ook, toch? 😁
10 maart 2022 op 16:53
Nou, nou die parkieten gaan tekeer bij je zeg, wat een vernielers. Ja, die ramen matglas was het, gelukkig is het wel goed weer om ze te lappen. Bij ons poepen de katten allemaal bij ons op het gras en in de tuin. Elke ochtend ga ik met een schepje die vieze troep opruimen.
10 maart 2022 op 17:08
Pff, ja, die huiskatten… Ik mag ze graag knuffelen en gun ze hun vrijheid, maar toch… het mogen er best een paar minder zijn in dit dichtbebouwde landje…