Het valt me ineens op dat ik drie keer het maken van een tekening heb laten zien van een katachtig dier. Dringend tijd voor iets anders dus! Ik ga nu eens een bloemetje met dauwdruppels proberen. De foto is prachtig, maar of dat ook lukt met kleurpotlood…
De eerste keuze die ik moet maken is: de plaats op het papier. Hoe groot wil ik ‘m maken, en waar? De achtergrond op de foto is prachtig zachtblauwgroen, dat wordt een hele uitdaging. Maar wel nodig om het bloemetje en de reflectie in de dauw mooi te laten uitkomen. Ik besluit goed papier te gebruiken, Bristol Smooth van Strathmore, 9’ x 12’, en dan 2/3 van de bloem te tekenen, aan de rechterkant van het papier. Omdat de verhoudingen iets minder doorslaggevend zijn besluit ik free-hand te gaan tekenen – dat wil zeggen uit de losse pols, niks uitmeten, maar gewoon op het oog proberen na te tekenen. Niet oneerbiedig naar zo’n bloem hoor, ik bedoel alleen dat je met een beetje fantasie toch een mooi resultaat kunt krijgen – en dat vind ik veel moeilijker bij een dier of mens…
De dauwdruppel met de groene reflecties fascineert me, dus daar begin ik mee. In die ene druppel zitten zoveel kleuren, dat ik al 12 potloden gebruik op dat piepkleine stukje! Als je goed oplet, zie je dat in de reflectie op een bol glanzend oppervlak aan de ene rand vaak een paarse gloed, en aan de andere rand blauw of turquoise zichtbaar is. Hier zie je aan de linkerkant de reflectie van het uiteinde van het bloemblaadje. De druppel is doorzichtig en er ontstaan als het ware ook reflecties aan de binnenkant. Terwijl ik de druppel teken lijkt het helemaal niet op een druppel, maar ik hoop dat dat effect komt als ik de rest eromheen heb getekend. Ik kan het dan ook niet laten om alvast een klein stukje blauwgroene achtergrond te proberen…
Door de scherptediepte in de foto zijn de andere druppels heel verschillend: sommige hebben een scherpe rand, andere zijn vaag. Een belangrijke overeenkomst is het licht aan de onderkant. Door de lenswerking van de druppel zie je onderin de druppel fel licht, dat uitstraalt onder de druppel. Op het bloemblaadje dat ik als eerste teken zitten nog hier en daar ‘scherpe’ druppels waar ook een donkere reflectie in zit. Ik begin steeds met de contouren van de druppel, en vul dan geleidelijk ook de achtergrond. Ik schakel de hele tijd heen en weer om de kleursterkte te bepalen, beetje geler, beetje bruiner, beetje roder… Als straks alles op papier staat moet ik waarschijnlijk nog een aantal extra lagen aanbrengen, om de kleuren intens te krijgen.
Dan komen er een aantal druppels die wazig zijn door de scherpte diepte. Minder felle kleuren gebruik ik hier, en ik houd de randen en overgangen wat zachter. Naar beneden toe wordt het bloemblaadje juist veel donkerder, naar het hart toe. Ik moet er dan al rekening mee houden dat daar de schutblaadjes komen, die haartjes hebben. Ik moet dus eerst kleine witte en grijze streepjes zetten voordat ik verder ga met kleur. De schutblaadjes verlopen van donkerblauw, allerlei soorten groen, geel, paars tot dieprood. Inmiddels liggen er zo ongeveer 60 potloden op tafel!
De druppels gaan wel steeds makkelijker, steeds hetzelfde: bovenin een beetje wit, onderin wit met daaroverheen felgeel, daartussen een verlopend oranje/bruin, linksonder en rechtsonder een schaduw, beetje lichtreflectie onder de druppel.
Uiteindelijk ben ik echt uren en uren bezig, nog eens en nog eens met een potlood eroverheen om de kleur intenser te maken. Ik merk dat mijn geduld op begint te raken en ik ga gauw aan de achtergrond beginnen. Ook al zo’n werk! Het ene kleurpotlood is minder ‘zacht’ dan het andere en leent zich daardoor minder goed voor het inkleuren van een vlak. Ik maak hele kleine overlappende rondjes en wrijf daarna een beetje om het wat egaler te maken. Ik probeer ook nog een nieuwe truc: ik pak mijn Rembrandt pastelkrijt en doe een beetje op m’n vingertoppen, zodat ik het uit kan wrijven over het kleurpotlood heen. Het lijkt iets te helpen, de kleur wordt iets voller. Ik vind het voorlopig goed zo, misschien ga ik een andere keer nog iets verder…
Ik heb meerdere foto’s gemaakt met mijn telefoon, bij daglicht en kunstlicht, en die zijn nogal verschillend van kleur. Misschien kan ik beter gaan fotograferen met een fatsoenlijk fototoestel, want de foto’s zijn vaak niet representatief voor de tekening…
Wat een simpel piepklein bloemetje lijkt, blijkt een schitterend kunstwerkje als je er goed naar kijkt. Uitvergroot zie je de dauwdruppeltjes, de enorme schakering aan kleuren, de gedetailleerde vorm van het blad, de structuur van de blaadjes en schutblaadjes… ongelooflijk. Dat maakt het ineens een waanzinnig project, om dit op papier te benaderen. Ik heb er dan ook heel wat uren over gedaan. Maar het was enorm leerzaam, en ik kijk weer met nòg meer bewondering naar ieder simpel bloemetje!
De originele referentiefoto “Orange Petaled Flower” komt van pexels.com.
6 april 2019 op 09:28
Jeetje, klinkt spannend eigenlijk – het hele kijk- en tekenproces!
9 april 2019 op 08:34
Zeker! Is ook een soort discovering, maar zonder microscoop 🙂