Fietsen. Door weer en wind. Door mist, regen, sneeuw. Bepakt en bezakt. Dat is hier normaal. Dit is Nederland. Het is hier plat. Maar ook dijkig en polderig. En jemig wat heb je vaak wind tegen in die polder en op die dijk.

En dan komt er een slimmerik, die bedenkt een wind-mee-fiets. Hm. Dat is voor bejaarden, denk je dan. Voor luie onsportievelingen. En ik beschouw mezelf als soort van sportief. Zo eentje die gek genoeg is om bij wijze van vakantie van Zuid- naar Noord-Frankrijk te fietsen. Of naar Spanje. Gewoon doortrappen, in de laagste versnelling, en hup die heuvel op.

In de loop van de jaren is het wel wat minder geworden, dat fietsen. Zo’n auto is best handig als je spullen bij je hebt, of ver moet, of niet helemaal verfomfaaid en bezweet ergens wilt aankomen. En lopen is ook fijn, rugzakje mee voor de boodschappen, kunnen ze je fiets ook niet jatten.

Dan komt manlief met een elektrische fiets thuis. Daar ben ik blij mee, voor hem, want hij fietst het jaar rond naar zijn werk, dwars door de winderige polder. En nu is hij voortaan sneller thuis. Ook als het keihard waait (en het waait altijd tegen).

Of ik niet ook zo’n ding wil. Nou, nee, zeg ik dan, ik moet wel een beetje sportief bezig zijn! Àls ik dan al een keertje fiets, moet ik wel een béétje tràppen! Maar ik fiets eigenlijk niet. Bijna niet meer.

En dan heb ik er ineens eentje. Tweedehands, gekregen (van iemand die er ‘te oud’ voor is geworden nota bene). En nu heb ik ineens wind mee. En dat is toch wel héél lekker! Maar nu de vraag: ben ik nou goed bezig?

In eerste instantie denk ik van wel. Want ik pak nu overal de fiets voor. De auto staat spinnenwebben te vangen. En als het ook maar éven lekker weer is, maken we fietstochten. Wat ik nu constateer, is dat je met zo’n elektrische fiets gewoon veel harder en dus verder fietst. Je actieradius is gewoon groter. Dus als ik twee uur fiets, heb ik meer kilometers in de benen, en ik trap eigenlijk net zo hard. Ondanks dat het een beetje lui aanvoelt, op zo’n luxe fiets zitten, denk ik dat het beter is voor me: ik fiets nu gewoon veel verder en vaker. En nu die drempel om de fiets te pakken op deze manier verlaagd is, pak ik ook weer vaker m’n “oude” fiets. Als ik bijvoorbeeld geen veilige plek heb om de fiets te parkeren. Bovendien heb ik, geïnspireerd door het comfort van de elektrische fiets, het oude brave ros een upgrade gegund en de versleten handvatten en trappers vervangen.

Maar dan word ik aan het denken gezet.. Zo’n accu steeds opladen, dat betekent dus stroomverbruik. En dat is dus niet groen. Niet goed voor het milieu. Oeps. Dat is helemaal waar. Ik ben mijn footprint hiermee aan het vergroten. O jee.

Alleen vraag ik mezelf nu af wat het belangrijkste is. Dat ik nog verre van zero-waste leef, is duidelijk. Ik denk veel over van alles na en probeer bewuste keuzes te maken. En voor mijzelf zijn hier twee dingen van groot belang.

Ten eerste, dat ik de auto niet gebruik als het niet hoeft. En die elektrische fiets maakt het aantrekkelijker om de auto te laten staan. Bovendien is de elektriciteit waarmee ik de accu oplaad “groen”, en dus sowieso beter dan de benzinemotor van de auto (daar heb ik nog iets te doen, maar ik wil deze auto eerst oprijden…)

Ten tweede is het goed voor mijn gezondheid. Niet alleen weer vanwege die lage drempel om de fiets te pakken, maar er zit zog een ander pluspuntje aan. Ik krijg namelijk met m’n diabetes nogal eens een hypo op de fiets. En ik vind het een superfijn idee om een vangnet te hebben, als ik halverwege plotseling zo’n beetje in elkaar stort. Ik trap meestal in ‘eco’-stand, maar als ik een hypo heb, zijn m’n benen ineens van pap. En dan zet ik ‘m effe op ‘high’, en kom zo met een windje in de rug weer veilig thuis…

Dus ik denk dat ik ‘m nog even hou, die foute elektrische fiets, sorry… 😇