Het liefste zou ik het hele huis vol hebben staan met planten. Maar handig is het niet. Want ik ben een beetje chaotisch als het op verzorgen aankomt. De ene plant geef ik kennelijk te veel water, de andere te weinig, die heeft weer te veel zon, die weer te weinig, en ga zo maar door. Ik kan dus beter planten in leven laten door ze niet te kopen.

Maar als ik ze eenmaal heb, kan ik er geen afscheid meer van nemen. Hoe sneu ze er ook bij staan. Want tja, dat is tenslotte mijn schuld. Daar kan die plant ook niets aan doen. Dus als manlief klaagt dat dat lelijke gedrocht nu toch wel een keer weg mag, verhuis ik ‘m stiekem naar een minder opvallend plekje in huis en probeer ‘m alsnog te redden.

Zo is de drakenbloedboom al jaren prominent aanwezig in de woonkamer, twee exemplaren staan er. De ene groeit iets te uitbundig, zodat er bijna oerwoudachtige taferelen ontstaan in die hoek, waarbij het plafond al in zicht is. Die kan binnenkort een snoeibeurt verwachten. En die andere… tja. Die bestaat uit een klein stammetje met daarop drie uitlopers. Inmiddels een meter of twee de lucht in, een tikkeltje krom, en grotendeels kaal. Al een tijd goed voor het predikaat gedrocht. Maar doodmaken, nee, dat doe ik hem niet aan.

Na wat speuren op internet ga ik het erop wagen. Ik zet de zaag erin. Althans, een scherp mes. De langste slungelige stengel snijd ik in een aantal stukken. Van de top haal ik nog een aantal bladeren af. Ik zet alles in potjes met water. En nu maar wachten.

Er gebeurt een hele tijd niets.

En dan… zie ik kleine witte puntjes verschijnen aan de stukken stengel… het zal toch niet? Nog langer wachten… en ja hoor, de witte puntjes blijken worteltjes te worden! Nu ga ik het volhouden ook, dus ik wacht en wacht, en inmiddels – na een week of 8 – hangen er serieuze wortels aan de stengels.

drakenbloedboomstek
drakenbloedboomstek

En de afgezaagde kale stukken, daar komen groene puntjes aan. En die groene puntjes worden steeds groter. En worden piepkleine blaadjes.

Wat lief! Drakenbloedboomkinderen!

drakenbloedboomstek

Ik laat ze nog even wat sterker worden, en dan gaan ze in een pot met aarde. Met hun moederplant, denk ik. Die wel eerst nog iets verder gekortwiekt moet worden. Maar dan wel gelijk een verse pot krijgt. Want weggooien, daar doe ik niet aan. En al helemaal geen levende plant.

drakenbloedboom
mama moet nog een tweede operatie ondergaan, denk ik zo…

Intussen probeer ik een soortgelijke truc met de afzichtelijk grote, onhandelbare, alle kanten uit hangende schefflera. Ik hak het bovenste gedeelte eraf, fatsoeneer het onderste gedeelte – helaas, het middelste… daarvan weet ik even niet wat ik ermee moet doen – en zet het afgeknipte deel in water. En ook daar: na weken en weken geduld hebben, verschijnen er worteltjes! Dus ook deze krijgt een nieuw gesplitst leven met een fris uiterlijk… hoera!

schefflerastek

En zo maak je dus van twee gedrochten zomaar acht frisse planten!

De natuur redt zichzelf toch weer prima hè. Zelfs in mijn handen… 😉