Als ik m’n laptop opstart, krijg ik een melding dat er een update gedraaid moet worden. Braaf sta ik dat toe, terwijl ik intussen op het lijstje op m’n telefoon kijk welke gedachten ik allemaal opgeschreven heb. Op dat moment komt er een berichtje binnen en ga ik een chatgesprek aan. Intussen zoek ik op m’n iPad nog even iets op naar aanleiding van die chat. En zie dat ik meer dan 30 tabbladen open heb staan.

Ik was namelijk nog meer aan het opzoeken, vanmorgen. En gisteren. En eergisteren. En ik open dan vast een aantal zoekresultaten die me wel interessant lijken, om ze vervolgens één voor één te bekijken. En dan zit ik iets te lezen, en dan kom ik weer een verwijzing tegen naar nog meer interessante informatie. Tot ik bedenk: hé, hoe laat is het inmiddels? Laat ik éérst maar snel even kijken tot hoe laat die ene zaak nog open is. En dan kijk ik ook even of het straks droog blijft, of dat ik beter nu gelijk de deur uit kan gaan.

Dit soort multitasken zorgt wel dat het een versnipperde chaos is in mijn hoofd. Of eigenlijk was het dat al. Ik wil altijd veel te veel tegelijk doen. En dat kun je zien aan m’n tabbladen, op het werk, thuis: ik heb altijd debiel veel applicaties open, en veel te veel tabbladen. Het is nèt het echte leven.

Yup, my life has too many tabs open.

Wat nou zo jammer is aan al die openstaande tabbladen: ze verliezen hun waarde. Ze staan daar maar aandacht te vragen, terwijl ik ze misschien niet eens meer nodig heb. Want ik ben alweer verder aan het zoeken geweest. Of het probleem is al opgelost. Of ze zijn letterlijk niet meer actueel. Of ik heb urgentere problemen bedacht. En ik blijft maar denken: ik moet dat allemaal nog lezen. Maar dat moet ik helemaal niet. Ik moet gewoon die tabbladen sluiten.

Natuurlijk gebeurt het wel eens, héél soms, dat ik iets niet meer terug kan vinden. Ik weet zeker dat dat ergens stond, maar waar? Waar heb ik nou op gezocht? Welke zoekwoorden? Maar ja, hoe erg is dat dan? Stiekem lijkt hier een variant op FOMO de kop op te steken: FOLI (Fear of Losing Information). Als ik iets had (informatie), ben ik bang om het kwijt te raken, te vergeten, niet meer te kunnen reconstrueren, er niet meer van te kunnen leren… Soepel steken mijn gedachten het bruggetje over naar mijn hoarding van informatie. Bewaren van documenten, emails, chats, foto’s… Ik ben echt een digitale hoarder. Maar dat is een ander onderwerp. Nu even terug naar de tabbladen.

Als ik de vergelijking trek met waar ik IRL mee bezig ben, zie ik duidelijke parallellen. Letterlijk ook, want ik ben altijd parallel met meerdere problemen tegelijk bezig. Nog voordat het ene is opgelost, heb ik het volgende probleem alweer geïdentificeerd. Ik weet niet of het een bekende valkuil is van hoogbegaafdheid – oh nee, ik noem het liever “het hebben van een Rainforest Mind – maar ik donder er in ieder geval regelmatig in. Tijd voor een time-out.

Hoe dan? Ik moet structuur aanbrengen. En prioriteiten stellen. En risico’s incalculeren. En keuzes maken. Dus ik loop mijn digitale lijstje langs – waar ik natuurlijk allang al die problemen op heb gezet – en probeer van iedere combinatie van twee problemen de volgorde te bepalen. Welke is het meest urgent, in tijd dus? Welke levert me de meeste stress op? Welke is het snelste en/of makkelijkste op te lossen? Welke is het meest concreet? Welke is op te splitsen in meer overzichtelijke deelproblemen?

En dan is het belangrijkste doel van deze exercitie, om de nummer 1 te bepalen. De volgorde verder naar beneden is nu even niet belangrijk, die kan ik daarna weer bijstellen. Maar in feite probeer ik ook mezelf de vraag te stellen: wat is NIET belangrijk? En soms leidt dat er onverwachts toe, dat ik bepaalde punten gewoon van het lijstje schrap. Niet urgent, wordt ook nooit relevanter dan andere dingen, laat maar. Sluiten dat tabblad. Als ik het tòch weer nodig blijk te hebben, open ik het wel weer. Zet ik het weer op het lijstje.

Dus: nu moet ik me richten op punt één. Alleen punt één, bovenaan het lijstje.

Wat lijkt het me heerlijk om echt, ECHT maar met één ding tegelijk bezig te zijn. Ik heb nog veel te oefenen…