Er zit wel eens een groene specht in het gras achter de tuin. En ik hoor wel eens wat roffels in de buurt of tijdens een ommetje. En één keertje, echt maar één keertje, zat er een grote bonte specht in de katsura. Hij was zó weer weg ook. Ik snap het wel, want de dichtstbijzijnde grote oude boom is al gauw 200 meter verderop. En de boompjes in mijn tuin, tja, die zijn klein. En moeten dat ook blijven. Maar tòch zou ik zo’n specht willen lokken…
Het begint bij een zoektocht naar een stuk hout. Enorme takken liggen tegenwoordig overal, want kreupelhout mag weer. Veel fijner voor de beestjes trouwens, dat de ‘rommel’ van de natuur blijft liggen. Al die nette opgeruimde perceeltjes is helemaal niet handig. Gelukkig is het moderne onderhoud meer richting ‘licht georganiseerd natuurlijk laten verwilderen’. Maar dus, die grote takken, die liggen er genoeg, maar ik wil een kort stammetje… Dan schiet me te binnen dat er een veldje in de buurt een tijdje terug ontdaan is van wat bomen en struiken. Dat lijkt me een mooie plek om rond te gaan snuffelen.
Met kaplaarzen aan bagger ik door het veldje met gescheurde geplette takken en houtsnippers. De begroeiing is zo te zien met behoorlijk grof geweld met de grond gelijk gemaakt. Hier en daar til ik takken op om te zoeken naar iets bruikbaars. En dan stuit ik ineens op de resten van een boompje dat kennelijk met een zaag te lijf is gegaan. Nette stammetjes liggen in het rond, tussen de schorsresten en takjes. Ik kies de één na dikste, want hij moet ook niet té zwaar zijn, anders blijft ie niet hangen. Dan kijk ik om me heen, en voel me ineens een beetje ongemakkelijk. Wat als er iemand zegt dat dit niet mag? Dat ik van de natuur steel? Ik heb al uitleg klaar, dat ik het alleen maar verplaats naar mijn tuin… dat mag toch wel…?
Ik laat m’n rugzakje van m’n rug glijden en haal er een plastic zak uit. Om me heen spiedend kniel ik en doe snel het blok erin. Tegelijk pak ik m’n fototoestel eruit, alsof ik interessante paddenstoelen aan het fotograferen ben. Dit is echt achterlijk. Ik voel me alsof ik crimineel bezig ben. Maar ja, ik weet dat dat gebeurt, dat uitgerekend IK aangesproken word op iets wat anderen altijd gewoon doen. Net als laatst bij die dalende spoorbomen… oeps. Maar, niemand in de buurt, dus opgelucht wandel ik verder met m’n blokje. Onderweg terug pak ik nog twee reservetakken mee. Queste met succes voltooid!
Nou en dan is het een kwestie van gaten boren…
… die gaten met vogelpindakaas zien te vullen – hé, komen die gebruikte diabetesspuiten toch nog van pas 😋 – …
… dan een haakje in het blok draaien…
… en in de boom hangen.
Dat laatste valt nog niet mee. Ik sta als een idioot te prutsen en touwtjes te gooien met iets eraan, pak uiteindelijk toch een huishoudtrap en sta wiebelend de boel op 3 meter hoogte in de boom te knopen. De buren zullen zich wel rotgelachen gebben…
Maar hij hangt, m’n eerste spechtenblok. Vlak naast de populaire Sam – de vetbollenhouder. Laat de spechten maar komen. Of een boomklever, mag ook. 😉
22 december 2021 op 11:54
Ha, laat ik dat ook in de tuin hebben hangen, al een paar jaar en net kwam de grote bonte specht erop. Die had ik tijden niet gezien maar nu met die kou lustte hij wel wat pindakaas. En ja de mezen smullen er alle dagen van. IK snap het helemaal hoe je je voelt als je zo aan het struinen bent…lachen!
Hopelijk komt er snel een specht, de groen zie ik hier nooit../
22 december 2021 op 13:29
Dus jij hebt dat gevoel toch ook…?
Oh wat leuk, die specht, en dan moet je ‘m ook nog net zien hè! Want ik bedacht ook, die specht komt misschien zelfs een keertje langs maar dan moet ik wel voor het raam staan… Een wildcamera aanschaffen…? Hahaha
21 december 2021 op 08:36
Wat een zálig idee zeg!
21 december 2021 op 11:27
Ik vind het best spannend! Inmiddels heb ik wel ontdekt dat de pimpelmeesjes ook geen moeite hebben met het blok… 😀