Het is tijd om voorzichtig aan weer een beetje te gaan joggen. Nadat ik twee maanden geleden mijn pols brak – en er vervolgens ook nog eens een keer op viel – heb ik het maar even laten zitten, wat sporten betreft. Maar vorige week ben ik weer begonnen. Met een skate-polsbrace om, tegen het schokken, want dat is nog steeds pijnlijk. Ik zit niet te wachten op nog meer blessures, dus ik start maar weer met een beginnersschema.

En nu komt er dus nòg iets bij: het lopen met de insulinepomp. Hij past goed in m’n running belt, dus dat is geen probleem. Maar het instellen… ik heb nog geen idee, moet ik zo’n pomp nou sneller of langzamer laten werken tijdens het joggen? Ik weet nog niet eens wat m’n loopschema is…

Als ik de deur achter me dichttrek zie ik dat het erom zal gaan spannen, die grijze lucht voorspelt nattigheid… Ik voel me een beetje een gehavende rariteit. Brace om, arm stil houden, pomp een beetje wegstoppen om ‘m droog te houden, bij iedere pas op m’n rug letten bij het neerkomen, pomp weer tevoorschijn om m’n waarde te controleren,… hóór ik hier wel te lopen rennen?!? En al snel vallen ook nog de eerste druppels.

De eerste tien minuten loopt het best lekker. Ik twijfel. Zal ik m’n insuline verlagen? Als ik snel loop, is dat misschien wel verstandig. Ik besluit om de pomp iets langzamer in te stellen, en ik hobbel weer verder in een rustig drafje, parallel aan de spoorbaan. DINGDINGDINGDINGDING!!!!! schreeuwt de spoorwegovergang ineens (een halve hartverzakking krijg je d’r van), net voordat ik wil oversteken. Hè, heb ik net m’n pomp langzamer gezet, moet ik wachten! In een flits gaan er allerlei overwegingen door mijn hoofd, de regen, mijn loopschema, de insuline… en ik kijk snel naar links, zie in de héél verre verte de koplamp van de trein, kijk naar rechts, daar komt niks aan, en ik steek de rails over terwijl de slagbomen naar beneden beginnen te komen.

Dom.

Aan de andere kant van de weg stapt een man uit een busje. Van Prorail. “Ehhhhm mevrouw? Ik zie u zo oversteken, dat kan helemaal niet hè, dat is gevaarlijk. Ik ga u daar een bekeuring voor geven!”

Shit.

Terwijl ik braaf mijn NAW-gegevens opdreun (ik heb natuurlijk geen legitimatie bij me…) vraag ik mezelf af waarom ik nou tot het besluit kwam om dóór te lopen. (Verbazingwekkend trouwens, de man kon al snel mijn BSN vinden en alles, staat allemaal in het systeem…). En intussen leest hij me de les. Ik krijg een officiële waarschuwing, die twee jaar in het systeem blijft staan. Hè, en ik ben altijd zo’n brave burger…

Nou woon ik zelf best dicht bij deze spoorlijn. De drukste van Nederland, ik weet er alles van. Een raam open zetten betekent iedere paar minuten je zin afbreken, of de tv harder zetten of zo. En dan deze spoorwegovergang. Ieder jaar is het wel een keer raak. Gierende ambulances, brandweer en andere hulpdiensten, omdat iemand dom heeft gedaan. Of besloten heeft om de machinist een trauma te bezorgen. Ja, ik weet er alles van.

Als u nou struikelt…” hoor ik de man zeggen. Tja. Normaal gesproken zou ik zeggen: ja zeg, ik ben geen bejaarde! Maar ik kijk naar mijn polsbrace, en op hetzelfde moment herinnert een pijnscheut me aan twee zeer recente, zeer onhandige valpartijen, helemaal eigenhandig uitgevoerd. Hm. Hij heeft wel een punt. Zo onoverwinnelijk ben ik niet. Het is toch wel verstandiger om even te wachten, in plaats van onnodig risico te nemen.

En onnodig een risico te creëren voor anderen. Zat ik nota bene zelf niet, voor de tv, te schelden op die stomme spoorlopers? Hoe ze zo dom kunnen zijn, hoeveel ellende ze veroorzaken, met hun ‘even stoer over het spoor lopen’? Ehrr…ahum

Nou ben ik dus over het algemeen braaf. Tegelijkertijd wind ik me op over onzinnige regels. En beslis ik zelf wel of ik een leeg kruispunt oversteek. Van die dingen.

Maar nu voel ik me een idioot. Gewoon even wachten, hoe erg is dat nou?

Heel soms kun je beter niet teveel zelf nadenken, maar gewoon braaf zijn…