Het heeft een naam, kennelijk. Het fenomeen dat je als mens gebukt gaat onder de sombere toekomstverwachting voor de planeet, als gevolg van de klimaatverandering. Die we voornamelijk zelf veroorzaken. En dat laatste, dat is vooral waar ik depressief van word.

Ik kijk naar het nieuws, en verbaas me over de insteek: het gaat voornamelijk over zielige toeristen die bij het zwembad moeten slapen en ‘zich-net-een-asielzoeker-voelen’. Of hun dure bolide met hagelschade naar huis moeten laten transporteren. Of hun kleding achter moeten laten tijdens een overstroming. En waar ze nou de volgende vakantie heen gaan. Hoe ze zich beter kunnen verzekeren, hoe ze het beste kunnen boeken. Luxeproblemen, heet dat. Het gaat nauwelijks over de lokale bevolking. De natuur. De gevolgen op korte en lange termijn. De manier waarop de ene ramp nog sneller leidt tot een volgende. En terwijl m’n hart samenknijpt, stel ik me voor dat ik daar zelf sta. Want ik hou ook van reizen. En ik zou mezelf denk ik ook zielig voelen, als m’n vakantie op die manier in een drama uitmondt. Ik ben bang dat ik geen haar beter ben…

Dus ik voel me behoorlijk schuldig. En gedeprimeerd.

Er is geen therapie voor klimaatdepressie, hoewel dat wel weer driftig aangeboden wordt onder allerlei hippe termen. Het is trendy. Maar het is geen ziekte of afwijking, het is de realiteit. Daar valt op zich niet zoveel aan te doen. Je kunt er op een andere manier naar kijken, maar het is nog steeds de waarheid.

En misschien valt het mee. Misschien komen we tot bezinning, weten we het afglijden iets af te remmen, weten we ons aan te passen en veranderingen door te voeren. Misschien. Ik ben op zich meestal optimistisch, vooral als het gaat om “tot bezinning komen”. Ik hou altijd hoop, dat het gezonde verstand, of het recht, of de natuur zegeviert, dat soort dingen. Maar mijn depressie, als ik het zo mag noemen, zit ‘m ergens anders in.

Het is het schuldgevoel. Het bewustzijn dat, bij alles wat ik doe, de aarde er op achteruit gaat. Dat ik keuzes maak, en dat die lang niet altijd de ‘goede’ zijn. En zo brengt het altijd-overal-over-nadenken-en-het-juiste-willen-doen met dat rare brein (liefkozend blijf ik het m’n RFM noemen ;-)) me weer eens in een lastig parket. Ik wil geen fouten maken. Maar doe het toch. En vaak. Dus ik voel me schuldig. En ongedisciplineerd. En egoïstisch. En lui.

Maar ik wil gewoon van het leven genieten.

Ik sus m’n geweten af en toe dan maar, met kleine dingen. Soms levert het weinig tot niets op, voor de planeet. Soms weet ik het niet eens, omdat het te ingewikkeld is, en er te veel factoren in het spel zijn. (Dat neem ik mezelf dan trouwens niet kwalijk, het is vaak gewoon te moeilijk om achter de waarheid te komen, met alle commerciële belangen en verdienmodellen en greenwashing en corruptie. Wat me weer brengt bij het verbijsterende fenomeen dat de overheid vervuilende en giflozende bedrijven gewoon toestaat…) Maar het gaat mij in ieder geval om het gebaar, de gewoonte, de instelling, om niet zomaar alles te doen zonder erover na te denken welke gevolgen het heeft. En dan vind ik het vooral interessant om te zoeken naar dingen die eigenlijk helemaal niet zo veel moeite kosten. Die ik heel gemakkelijk kan veranderen, zonder het gevoel te hebben dat ik niet optimaal van het leven geniet.

Intussen ben ik teleurgesteld in mezelf, dat ik met mijn oh-zo-slimme-brein nog steeds deze problematiek niet wereldwijd heb opgelost. Ben ik daar weer depressief over. Of over dat ik kennelijk behoorlijk arrogant ben, om dat van mezelf te verwachten.

Zucht. Laat maar, ik draaf door.

Maar het is wel een uitdaging hoor: een beetje voor jezelf kiezen èn een beetje voor de wereld…