We zitten met een bakkie koffie op een bankje uit te puffen. Halverwege onze wandeltocht door de duinen en over het strand, rond Kijkduin. Het is een schitterende nog-net-nazomer-dag. Het gesprek valt eventjes stil als we allebei tegelijk een slok van onze koffie nemen, en een jongen loopt voor ons langs. Stoer type, gebreid petje, baggy pants, koptelefoon om de nek, telefoon in de hand, kan zo een rol spelen in een film over street gangs in New York. Maar goed, wie zegt er nou dat zo’n gozer kwaad in de zin heeft.

Dan lopen er twee mensen achter ons langs en klinkt er op hoge toon een jubelend: ‘joehoeoe…!!’ Abrupt staat de stoere gozer stil en kijkt om naar wie hem daar roept.

We kijken elkaar aan en schieten vreselijk proestend in de lach. Joehoe?!? Die gozer zag er helemaal niet uit als een joehoeoeoe maar voelde zich kennelijk wel geroepen. Letterlijk.

Kun je nagaan welke aannames je zoal doet. Waarschijnlijk is het het gewoon een hele lieve jongen…

De humor ligt op straat. En anders maak je ‘m zelf.