Dit is blogpost nummer 200.

Wat doet dat er nou toe, zou je zeggen. Maar ik denk meteen ‘oh daar moet ik iets bijzonders van maken’! Want ik heb een cijfer-tic. Eén van mijn vele. Al heb ik ze dan weer niet geteld, die tics. Omdat het niet met zekerheid vast te stellen is wat een tic is en wat niet. En daar heb je het: daarom vind ik cijfers zo fijn. Het is wat het is: 2 is altijd 2. En 4 is altijd 4. En zo. En ik houd ook van mooie getallen. Mooi rond, of symmetrisch (hoewel dat laatste meer een esthetische tic is)… En gewoon duidelijk. Een 10 betekent gewoon àlles. De volle 100%.

Maar het is soms ook frustrerend. Want cijfers worden ook gebruikt voor dingen die helemaal niet zo precies zijn. Die niet altijd hetzelfde zijn. Die niet objectief zijn. Daar kun je me gek mee maken. Een cijfer van een jury bijvoorbeeld. Of een weercijfer. Of “als je het een cijfer zou moeten geven, hoe voelt het…” enzovoort. Whaaaa! Het suggereert een exactheid die er niet is. En kansberekeningen… daar kan ik ook niet veel mee. Veel te veel misschien.

Toch ben ik gek op cijfers. Ik klamp me eraan vast. Ze staan voor een soort van goedkeuring. Erkenning. Voor een bepaalde behaalde waarde. Mits ze goed zijn, natuurlijk… En daarom is het een enorme valkuil. Op meerdere punten.

Want het kan een obsessie worden om een bepaald cijfer te ‘halen’. Een bepaalde score. In een toets, beoordeling, spel of sport. Of een aantal ergens van. Blogposts, of likes, of volgers. Gelopen kilometers. Een bepaalde gemiddelde bloedglucose. En de cijfers kunnen dan geleidelijk de overhand nemen… belangrijker worden dan het oorspronkelijke doel.

En soms vertegenwoordigen die cijfers niet eens op een fatsoenlijke manier waar ze voor staan. Of zijn de meningen daarover verdeeld. Of staan ze sowieso voor een individuele, persoonlijke mening, en niet voor een bewezen feit.

Het is dus best verstandig om er af en toe bij stil te staan. Waarom is dat getal, dat cijfer, zo belangrijk voor me? Zolang het puur een kwestie is van focus, van motivatie, het hebben van een richtpunt om naar te streven, dat kan helpen, daar is niks mis mee. Hm. Eens even wat voorbeelden bedenken. Hoe zit dat bij mij?

… Cijfers voelen veilig. Cijfers geven exacte informatie over feiten. Niet ongeveer, ‘het gaat goed’ of ‘het gaat slechter’. Ik wil de ‘neutrale’ cijfers zelf kunnen vergelijken, zodat ik me een mening kan vormen. Problematisch is wel dat cijfers soms een toelichting vereisen om ze juist te kunnen interpreteren. Ze zeggen dus niet alles. En nog erger is het als ze niet kloppen – maar dat is weer wat anders.

… Berekeningen, uitkomsten, oplossingen, heerlijk. Puzzelen is fijn – mits er een oplossing is! En dan ook maar één oplossing, niet zo van het-kan-ook-dat-zijn. Alles ‘goed’ hebben. Het antwoord weten. Is het allemaal behoefte aan zelfbevestiging?

… Leren, steeds betere cijfers, steeds betere resultaten. Ik hou van groeien. Dus steeds beter worden dan mezelf.

… Sporten, nog net even een punt halen, nog even die laatste kilometer volmaken… dat kan een extra stimulans zijn. Niks mis mee… zolang ik mezelf geen blessure forceer!

… Metingen en bloedsuikers. Tja. Ik schreef het al eerder, allerlei richtlijnen geven me het gevoel dat ik vaak ‘fout’ ben. En de normen verschillen sowieso, het is nèt aan wie je het vraagt. Trouwens: ‘goede’ cijfers garanderen nog steeds niet het uitblijven van complicaties… dus wat heb je er precies aan? Koolhydraten tellen is ook al zo irritant: de ene lijst zegt dat bosbessen 6 kH bevatten, de andere lijst zegt 14 (pfff, alsof die bosbessen überhaupt altijd hetzelfde zijn… weer een illusie). Hoe kun je daar nou je insuline voor berekenen?!? Dit soort cijfers, daar word ik dus wanhopig van. Niet leuk.

… Datums en dergelijke, ik merk ze wel op. Zoveel jaar dit of dat, toen en toen gebeurde er zus of zo, een leuke datumpalindroom… Iets te vieren is leuk, maar mag ook een ander keertje, daar zit ik niet zo mee. Eigenlijk wil ik zoveel mogelijk blij zijn, en niet alleen als-het-precies-vijf-jaar-is…😁

… Tellen. Ik hou van tellen. Er is weer maar één goede uitkomst, een feit bevestigend. Tijd tellen is ook iets wat me soms helpt. Hoelang ik iets doe, een sportoefening, wachten, de tuin water geven… Waarom? Misschien om niet afgeleid te worden? En de tijd te vergeten?

Als ik er zo over nadenk, heeft het vaak met onzekerheid te maken. Kennelijk geven absolute cijfers me vertrouwen, meer dan een oordeel – ook als dat laatste in cijfers uitgedrukt is. En ook als het oordeel van mezelf komt. Er wordt nogal eens geoordeeld in onze maatschappij… en daar ben ik wel eens de dupe van geweest. Misschien dat ik daardoor ook iets meer neig naar het zoeken van houvast in cijfers. Maar wat levert het uiteindelijk op? Het moet geen obsessie worden…

Ik denk dat ik maar eens wat vaker een andere leidraad ga hanteren. Met andere maten ga meten. Een nieuw woord implementeren bij mezelf. En dat is: genoeg.

Ik ben ook OK zònder een goed cijfer te halen. Geen cijfers. Gewoon, zoveel als nodig. Bevredigend. Niet te veel en niet te weinig.

Genoeg.