Soms schrijf ik niet zo veel omdat ik het te druk heb met van alles. Soms omdat het niet zo lekker gaat, en ik niet zo wil klagen. Soms allebei.

Nee, op de één of andere manier loopt het allemaal niet zo lekker. Ik besluit om even wat boodschappen te gaan doen, lopend, om even m’n hoofd ‘op te frissen’. De lucht lijkt iets op te klaren. Dus: jas aan, stevige schoenen aan, rugzakje om, naar buiten.

Als ik buiten ben blijkt het toch niet zo droog te zijn als het even leek. Het is raar miezerweer, er is geen peil op te trekken. Ik sjok over de natte straat, het natte asfaltweggetje richting dorpskern volgend. Rechts van de sloot loopt een paadje waar meestal mensen uit de wijk hun hond lopen uit te laten. Deze keer besluit ik ook even voor hond te spelen, en mezèlf op het paadje uit te laten.

Het is een pad met meerdere lagen half vergane houtsnippers, ik zie het regelmatig voorzien worden van een nieuwe laag. Ondanks m’n stevige schoenen voelt het superzacht aan. Het veert en kraakt zachtjes onder mijn voetstappen. Het voelt als een bospad…

Ik merk wat een verschil het is, op het asfalt lopen of op dit paadje. Ik voel me rustig worden, ik voel me ‘buiten’. Al is het maar een kort paadje, het heeft een enorme invloed. Ik ben onder de indruk… Langs de rand ontwaar ik twee kleine lichtblauwe bloemetjes (en ik hou zó van blauwe bloemen, zoals korenbloemen, heerlijk): een wilde cichorei, die er maling aan heeft dat het eind november is. En miezert.

In de sloot zie ik, vaste prik op deze plek, één van de twee soepdames dobberen. Ze komt eerst op me af, maar bedenkt zich als ze geen strooibewegingen ziet van mijn kant. Ik vind haar zo apart, met dat witte lijf en bruine koppie… is ze nou een parkeend? Of soepeend? Haar zusje – vermoed ik – zal zo ook wel voorbij komen dobberen, die ziet er precies hetzelfde uit. Prachtig zijn ze.

…wel wat chagrijnig vandaag… bospaadje doen?

Als ik van het paadje af stap, het klinkerweggetje op, breekt de zon bijna door. Bijna.