Niets lijkt meer belangrijk. En tegelijk lijkt alles belangrijk. Ik kan bijna nergens anders aan denken. En tegelijk denk ik overal aan. Alles hangt samen. En tegelijk is juist alles apart. Ieder voor zich. Maar ook juist voor ons allemaal. Ik weet het gewoon niet meer.

We zijn eigenlijk (bijna) allemaal al besmet. De gepubliceerde cijfers met aantallen besmettingen zijn te laag, maar daardoor is het percentage ernstige gevallen te hoog. Is dat gunstig? Het betekent ook dat het vrijwel onmogelijk is om te beïnvloeden of je ziek wordt of niet.

Het vergelijken van de cijfers per land. Besmettingen. Sterfgevallen. IC-bedden. Uitgevoerde tests. Percentages. Het is allemaal nutteloos, want iedere situatie is anders. Ieder gebied is anders bevolkt. Dichter of dunner. Meer bereisd, met meer resistenties of minder. Een ander leven. Andere gewoontes. Verder weg van de dichtstbijzijnde zorg, of dichtbij. Die betaald wordt, of niet. Maar het is wel nuttig om te leren van de ander. Waarom wordt daar zo weinig over gezegd?

Het is belangrijk om nu binnen te blijven. Maar het is ook belangrijk om gezond te blijven. We moeten gezond eten. Maar dat maakt niet (meer) uit. We moeten meer bewegen. Maar dat kan (bijna) niet meer. We moeten op elkaar letten, voor elkaar zorgen. Maar we passeren elkaar zwijgend op ruime afstand, zonder elkaar aan te kijken. Soms geïrriteerd doordat een ander te weinig ruimte laat.

We moeten onszelf opsluiten. Maar dan komt er daarna een golf aan besmettingen. We moeten immuun worden. Maar dat duurt te lang. En helpt misschien niet lang genoeg. We moeten een vaccin vinden. Maar dan kan het volgende virus zomaar al in de startblokken staan. En begint het weer van vooraf aan.

We telewerken, skypen, facetimen, internetten ons suf naar het laatste nieuws, netflixen… en reizen dus iets minder. Maar de energieslurpende dataservers branden op volle toeren. We wassen onze handen tot ze rauw zijn. Maar de kranen met schoon water staan dus meer open dan ooit. We moeten onszelf beschermen met maskers, handschoenen, schorten, voor éénmalig gebruik… En het afval stapelt zich op.

Ik weet het dus gewoon even niet meer.

Dus in plaats van zelf steeds alles op te schrijven, lees ik wat anderen schrijven. Omdat ik me dan toch een beetje verbonden voel. Want die ander, die weet het misschien ook niet…

Tja. Dit is natuurlijk wel erg somber. Omdat het toch allemaal niet uitmaakt, ga ik maar weer eens een blogje schrijven over de dingen die gewoon doorgaan. Zoals de natuur bijvoorbeeld. 😉