Het is nog steeds een beetje afzien, dat joggen van mij. Op het sportieve front dan. Topconditie en tempo blijven uit, pijntjes blijven komen. Maar toch is het leuk. Want het rondje door de polder, voor de weet-ik-niet-hoeveelste-keer, blijft gek genoeg een feestje. Zeker als het qua weer een beetje mee zit.

Het groen van de weilanden doet iets met m’n hersenen, of ik nou wandel, fiets, of jog, er komt een bepaalde rust in m’n hoofd. Ook al schieten mijn gedachten intussen van het ene probleem naar het andere, er is steeds weer die rust, als ik naar de grazende koeien kijk, de slapende eendjes met hun koppie achterstevoren op hun rug, de zwaluwen die geluidloos over het wateroppervlak scherend hun maaltje vangen…

En dan de geluiden. Ik schiet vaak in de lach als ik de schorre toeter van een fazant hoor – en die zitten er veel tegenwoordig, of lijkt het maar zo? Het gepieuw van een scholekster. Het gekieuw-wiet van de kieviten. Het gekoekoek van een koekoek. Het tropische gekrijs van de halsbandparkieten. Het verontwaardigde gekras van een reiger.

Het vrolijke gekwetter in de bomen, al die liedjes doorelkaar… Ik vraag me bij elk geluid af wie het maakt. Probeer het te onthouden, om het thuis op te zoeken… wat meestal niet lukt 😜.

En ik verbaas me over al die mensen die joggen met oortjes in. Waar luisteren ze naar? Naar een podcast? Naar een muziekje dat het ritme erin houdt? Naar een activity tracker die ze vertelt hoeveel ze nog moeten? Je weet niet wat je mist, wil ik roepen. Doe die dingen uit, en luister naar de natuur, naar de vogels, naar het ruisende riet, naar de stilte ertussenin…

Echt, ik garandeer, je bent zó weer thuis…