Na een paar tekeningen met mijn nieuwe pastelpotloden – héérlijk zijn ze – is het nu weer tijd om m’n kleurpotloden op te pakken. Er zijn nog zoveel dingen die ik wil uitproberen… Dus ik pak een vel Bristol smooth en, … eens kijken wat ik zal kiezen… ja, deze prachtige referentie*: het gezicht van een kat, met zacht licht, in een relatief donkere kamer. Een leuke uitdaging!  

Read this post in English here.

In deze blogpost laat ik een aantal work-in-progress momenten zien, en zal ik apart proberen uit te leggen hoe mijn ‘nieuwe technieken’ hebben uitgewerkt. Dus geen chronologisch verhaal dit keer. 😉

Omdat dit papier glad is – in tegenstelling tot de pastelmat die ik voor de laatste paar tekeningen heb gebruikt – wil ik nu eens eerst met potlood een raster tekenen, zodat ik in de juiste proporties teken. Het bespaart me wat tijd, ik hoef tussentijds minder te meten, maar ik moet de lijnen wel op tijd uitgummen! Ik denk dat ik deze truc in de toekomst vaker ga toepassen.

Het is alsof ik de kleurpotloden voor het eerst gebruik… Ik moet weer wennen aan het gevoel en het karakter, na weken pastelpotloden gebruikt te hebben. Ze glijden fijn over het papier, maar de helderheid van de kleur en de dekking is wat teleurstellend. Scherpe details zijn wel weer veel makkelijker te tekenen.

Ik heb moeite met de donkere achtergrond en de schaduw op de kat. Dus ik kijk wat een beetje panpastel doet, in de hoeken. Dit lijkt te werken, zolang ik maar een dunne laag gebruik. Het blijft waarschijnlijk niet goed plakken. Nogmaals, het gladde papier houdt weinig pigment vast, dus het donker wordt niet echt donker. De panpastel komt goed van pas in de kleine stukjes tussen de snorharen, omdat het gelijkmatiger uitsmeert dan potlood.

Ik probeer ook een beetje pastelpotlood, rond het oog. Dat is donkerder dan kleurpotlood, zoals ik had verwacht, maar ook dit zal waarschijnlijk niet goed ‘houden’ op het gladde papier.

Wat ik ook wil uitproberen, is de ‘embossing tool’ die ik heb gekocht. Ik begin rond het oog en creëer de suggestie van individuele haartjes door kleine krasjes in het papier te maken. De tool heeft twee punten, van verschillende grootte, en ik gebruik hier het kleinste puntje. Voor de snorharen gebruik ik de dikkere punt.

Voor al die ‘krasjes’ gebruik ik afwisselend het tooltje en dan weer een potlood (wit, grijs, crème). Het donzige oor, de nek, de neus, het voorhoofd, de kin … Daarna met laagjes potlood eroverheen en er ontstaat iets wat op een vacht lijkt. Met een donker potlood kun je tussen de lichte haren wat diepte creëren. Sommige snorharen doe ik met zowel het tooltje als een wit potlood.

Een andere ‘truc’ die ik gebruik is het combineren van het tooltje en een stukje tape. Nadat ik de achtergrond heb getekend, kras ik met het tooltje kleine haartjes weg met een stuk invisible tape.

De achtergrond zelf is moeilijk te onderscheiden op de referentie, het is vrij donker en wazig. Het ziet er nogal raar uit als ik het probeer na te tekenen met potlood en panpastel… Maar het tekenen van dat zonnige plekje op de vloer vind ik leuk!

Het donkere is nog steeds een probleem. Uiteindelijk gebruik ik al m’n donkere potloden, laag voor laag over elkaar, voor elke donkere plek in de tekening. Blauw, groen, bruin, violet, grijs, paars en zwart, bovenop elkaar, alles zit erin! Voor de gloed op de kin gebruik ik veel roze, oranje, violet, paars, rood en caput mortuum. Een beetje geel en blauw op het witte deel van de kin en snuit. Interessant, als je de kleuren vóór en ná het intekenen van de achtergrond met elkaar vergelijkt. Het ziet er heel anders uit…

Tegen het einde ben ik niet zo tevreden met het resultaat, als ik het vergelijk met de referentie. Dit is een belangrijk leerpunt voor me. Nu het af is, moet ik dat loslaten. Ik moet mijn tekening zien als een persoonlijke impressie. Misschien gebaseerd op een referentie, maar wel een afbeelding met een eigen ‘ziel’.

Tekening kat 12

Nou ja, ik heb in ieder geval allerlei nieuwe dingen kunnen proberen!😁

* Reference van pixabay.com door ihtar.