En toen was het 2022. Op z’n Engels: twenty twenty too. Tja. Dat klinkt niet zo hoopvol. 2021 is echt voorbij gevlógen. Als in een waas, een rare droom. Die geleidelijk aan verandert in een coma. Maar toch, het voelt wel alsof er iets van licht is, heel vaag, in de verte. Alsof we misschien wijzer worden. Heel, heel langzaam.

Wat zal ik eens, dit jaar… Hm. Groeien, dat wil ik. Als mens. Hè, wat klinkt dat suf, cliché. Maar… uiteindelijk is dat toch wat we allemaal willen? Het gevoel hebben dat je er mag zijn, dat dat goed is? Ik heb veel los te laten, om dat te bereiken. Best wel wat dingen om te verwerken, te accepteren, ‘een plekje te geven’, of om te keren in iets goeds. Iemand te zijn, voor mezelf, voor anderen. Zingeving, hè, noemen ze dat wel eens. Nounou.

Maar er zit wel iets in.

Als ik op een rijtje zet waar ik zelf gelukkig van word, kan het best zijn dat hetzelfde voor een ander geldt. En is het dan misschien toch wel handig om daar iets meer aandacht aan te geven..? Maar… hoe doe ik dat? Want ik realiseer me opeens dat ik daar soms zelf wat terughoudend in ben. Te voorzichtig. Omdat die ander toch niet op mij zit te wachten. Daar steekt die zelftwijfel toch weer de kop op.

Waarom ben ik zo hard voor mezelf? Op de één of andere manier voelt het egocentrisch en narcistisch om tevreden te zijn over jezelf, trots te zijn op jezelf. Terwijl ik anderen zo vaak bewonder, vind ik zelf zo vaak dat ik faal. Tegelijkertijd kan ik behoorlijk boos worden om onrecht, nonchalance, onverschilligheid, onverantwoordelijk gedrag, vooral als dat nare gevolgen heeft. Die boosheid komt voort uit zorgzaamheid, maar misschien ben ik daardoor te snel van oordeel dat iemand ‘het expres doet’. Ik probeer dus voortaan zachter te zijn. Even goed tegen mezelf vertellen dat mensen het goed bedoelen. (Dat laatste is niet altijd makkelijk, geef ik toe, als je ooit het tegendeel hebt meegemaakt…) En als ik dan zachter ben naar anderen toe, lukt het misschien ook om wat zachter te zijn naar mezelf toe. Misschien. Oh nee, niet verschuilen achter ‘misschien’: gewoon dóén.

Dan is er weer de uitdaging om balans te vinden. Want ik wil juist ook ergens voor gáán. In actie komen. Iets bereiken. Bijvoorbeeld voor de natuur (en dus de mensheid 😉). En daarvoor moet ik juist energie halen uit m’n bevlogenheid, die soms weer voortkomt uit die boosheid om wat er mis is. Daarmee het risico lopend dat ik tegen een muur knal, mislukt, teleurgesteld. En dan weer terugschakelen naar zacht. Naar het geeft niet, het is goed zo. Pfoe.

We zijn alweer even onderweg in 2022. Ik vind het best moeilijk af en toe, al die (wan)toestanden, hoe de wereld eraan toe is, waar het naartoe gaat, en niet te vergeten het sociale isolement waar ik (en ik natuurlijk niet alleen) tegenwoordig in zit. Maar het wordt dus: zacht. Ik zal zacht zijn. Open. Begripvol. (Al snap ik er soms niks van…) Want, eigenlijk is er toch niet zoveel méér nodig? Stel nou dat we allemaal lief zijn voor elkaar…?

Yup, dat wordt ‘m.