Driftig ben ik bezig in m’n tuin. Hier moeten nog wat plantjes komen, die daar moeten nog wat water, deze begint op te komen, hé deze begint al te bloeien! Terwijl ik met wat tuinafval even naar mijn groenbak loop valt m’n oog op de weelde aan bloemetjes in het veldje achter de tuin. Ik ben druk de natuur aan het regelen en een meter verder doet de natuur het gewoon zelf. Even het fototoestel erbij en binnen een paar minuten heb ik op de eerste twee meter al een boel verschillende bloeiende soorten te pakken! Deze bijvoorbeeld:

Ehm die laatste foto… ik weet niet meer hoe dat heet? Je ziet het overal, maar ik kom niet op de naam, suf. Straks nog even verder zoeken.

Het is nog een heel werkje om ze te determineren, want ik ken ze niet allemaal uit mijn hoofd. Ik heb van die natuurboekjes die daarbij helpen, en gelukkig is er tegenwoordig ook internet! Een site met behulpzame specificaties en “plantenpaspoort” vind je op http://www.floravannederland.nl. Je steekt er echt wat van op… Bijvoorbeeld dat de zachte ooievaarsbek zo heet omdat het blad zo zacht is. Klinkt logisch hè. Gauw even voelen… jaaa! Fluweelzacht, bizar!!!

Als ik opzoek welke plantjes het zijn, valt me ineens op dat er planten in het natuurboek staan die ik zelf net in de tuin heb gezet. Dat is toch eigenlijk ook raar? Als het gratis je tuin in kruipt is het onkruid, maar bij de kweker betaal je gewoon voor hetzelfde spul in een potje? Ik kom bijvoorbeeld in het natuurboek de kogelbloem tegen (Trollius), vrouwenmantel (Alchemilla), maagdenpalm (Vinca), geitenbaard (Aruncus), steenanjer (Dianthus), hoornbloem (Cerastium), akelei (Aqueluiga), guldenroede (Solidago), die ik allemaal als tuinplant heb, en ik heb ook ereprijs (Veronica)!

Sommige soorten zijn duidelijk ‘gecultiveerd’ tot tuinplant, anderen zijn vrijwel hetzelfde. En er zijn er ook bij die juist verwilderd zijn vanuit tuinen en daardoor in de Nederlandse natuur voorkomen. Logisch wel, maar ik schrik een beetje hoe ver je soms afdwaalt van de natuur. Dat een plant iets wordt wat je in een potje koopt. Zo heb ik dat schrikgevoel ook als je in een zuidelijk warm land een plant ziet en denkt: hé dat is toch een kamerplant? Ahum sorry… omgekeerde wereld! Zoals in een dennenbos lopen en denken: het ruikt hier naar shampoo (weet je nog, van Andrélon 😉 )…

Hoe dan ook, het blijkt maar weer dat het begrip onkruid niets zegt over de plant zelf, alleen over z’n gewenstheid op die locatie… Dus als ik de volgende keer de beplanting probeer te temmen, maak ik voortaan geen onderscheid tussen het “wieden” (van paardenbloemen en varkensgras) en het “verwijderen” (van uitgezaaide vuurpijlen en lupines). Het zijn gewoon allemaal planten. Allemaal evenveel waarde, allemaal natuur 🙂 .

Terwijl ik de foto’s nog aan het verkleinen ben voor dit blog, komt de maaier van de gemeente voorbij. Dat zijn heel wat onthoofde bloemetjes… wat zielig! 🙁