Het is eind november. De temperatuur is ‘s nachts al een paar keer tot onder het vriespunt gedaald. En daar, in de halfkale afstervende border, staat ie te bloeien. Die ene geum. De zonderling.

Je weet het natuurlijk nooit, met de natuur, eigen willetje hè. Ik ben ooit begonnen met een groep gele en een groep rode geum coccineum, oftewel nagelkruid. Ik hou van de simpele bloemetjes met zulke intense kleuren… Maar ze waren niet gelukkig. Al gauw legde het ene plantje na het andere het loodje, al dan niet overwoekerd door brutalere buursoorten. Incidenteel trof ik op een andere plek een zaailing aan, maar ook die hebben het niet gered.

En vol goede moed probeer ik het weer, na de ophoging van de tuin. Nieuwe planten, nieuwe kansen. Ik ga, tegen beter weten in, nog een keer voor de geum, de oranje ‘Borisii’ deze keer. De zeven pollen zijn al mooi vol en groot als ik ze in november – in 2018 was dat alweer, wat vliegt de tijd – plant, dus ik heb alle hoop dat ze het nu beter zullen doen. Het voorjaar breekt aan, en ik wacht in spanning. In april besluit zowaar één plantje het er alvast op te wagen. Een bloemetje! Dat voorspelt veel goeds! Maar helaas. Mei, juni, juli… en er verschijnt slechts nog één ander bloemsteeltje, en eentje bij een ander exemplaar. De andere vijf planten houden zich gedeisd en blijven bloemloos.

Het wordt najaar, winter, weer voorjaar… en het lijkt erop dat er alweer een paar ongelukkig de geest hebben gegeven. Ik tel nog 4 bescheiden polletjes. Wéér is er, in mei, een dapper bloemetje te bespeuren – ik weet het niet zeker, maar het zou zomaar datzelfde plantje kunnen zijn. En dan blijft het weer stil. Ik besluit de boel toch maar wat op te vrolijken met nieuwe buren, een groepje oranje ganzerikken. Die zitten nergens mee en bloeien er lustig op los. Ik moet zelfs goed opletten dat ze niet over de geum heen woekeren! En de geum… verroert zich niet. Met geen blad. Geen groei te bespeuren.

Afijn, inmiddels is het dus eind november, en er is niet veel meer te zien in de tuin. Maar… de geum heeft de stoute schoenen aangetrokken en… besloten om dapper door de nachtvorst heen te gaan bloeien! Tadaa!

zonderlinge geum eind november
… ?!?!?!?!?!?…

Daar staat ie dan. De weirdo. De afwijkende. De laatbloeier. De onbegrepene. De zonderling.

Maar ik voel een band. Ik geloof dat ik het wel een beetje herken. Wie zegt er dat we altijd gemiddeld moeten zijn? Ons aan de specificaties moeten houden?

Ik mag ‘m wel. Mijn kleine dappere geum.