Mijn intentie is goed. Denk ik. Maar het ontbreekt nogal eens aan de juiste actie. Want ik wil helemaal niet vervuilen. Net als de meesten. Maar ik doe het toch. Net als de meesten. Neem nou plastic verpakkingen en elastiekjes. Zomaar een voorbeeld. Die blijven maar het huis in komen. Een bosje lenteui, een emmer Griekse yoghurt, een bos asperges, een stapeltje medicijnen, een bakje ijs, een afhaalmaaltijd van de Thai. Om maar iets te noemen. En dan ligt m’n aanrecht weer vol. Met plastic verpakkingen en elastiekjes. En als ik het weggooi, komt het in het milieu. Shit. Shitshit.

En zo komt het dat ik ik-weet-niet-hoeveel elastiekjes in de la heb liggen. En ik-weet-niet-hoeveel plastic bakjes in de kast. We moeten binnenkort verhuizen denk ik. Want om m’n schuldgevoel een beetje in te dammen, bewaar ik ze. Zo ongeveer allemaal.

Ik sta dan die bakjes en dekseltjes af te wassen – met warm water en zeep, wat ook niet goed is – en voel me ongelukkig. Want waarom is het nou zo moeilijk om zonder plastic verpakkingen en elastiekjes door het leven te gaan? Van binnen word ik boos. Want ik zoek een schuldige. Wie verzint dat toch allemaal? Hoe is het zover gekomen? Omdat het handig is, waarschijnlijk. Je kunt dingen makkelijker verplaatsen, compacter, en beter goed houden. Als ik eerlijk ben, vind ik dat op zich ook wel fijn. Ik heb eens in een bulkwinkel (in het buitenland, dat wel) met afgrijzen gezien hoeveel motten er rondvlogen, die vermoedelijk vrolijk eitjes hebben gelegd in de walnoten en rijst (ik heb ervaring, dat is niet fijn)… En prompt ben ik weer naar de schappen met verpakte producten gestapt. En weet ondertussen dat dat een foute smoes is, ik zou best op zoek kunnen gaan naar een goeie bulkwinkel.

Maar kwetsbare groente en fruit, is ook een dingetje. Probeer de aardbeien (in het seizoen hoor!) maar eens heel te houden in een zakje in je rugzak. En zelf kun je dan nog wel met doosjes van thuis lopen sjouwen, maar die winkelier denkt: ja dàag, heb ik straks allemaal kratten met onverkoopbare prut ingekocht. Dus sommige dingen begrijp ik wel.

Ook op de markt is het zoeken naar de juiste kraam, waar ze geen probleem hebben met mijn zelf meegenomen tasjes. Vaak vinden ze het teveel gedoe, moeilijk wegen, hup – en weer een plastic tasje in m’n hand geduwd. Neeee!!!

Maar ja, de makkelijkste en misschien wel goedkoopste manier is zeker niet de duurzaamste manier. Dat weten we inmiddels ook heel goed. Maar wat wordt eraan gedaan door de producenten van al dat plastic? Geld verdienen blijft belangrijker, en dat is frustrerend. De grote jongens nemen nauwelijks verantwoordelijkheid, de overheid wijst een beetje naar de consument. We moeten afval scheiden, zwerfvuil opruimen (en ja, inderdaad, dat moet ook). Terwijl zelfs als alle plastic hergebruikt zou worden, er nog zoveel nieuw plastic geproduceerd wordt dat we erin verzuipen. Zucht.

Ondertussen kan ik alleen maar mijn eigen keuzes maken in de winkel, en de consequenties afwegen. Als ik me sterk genoeg voel laat ik de foute spullen links liggen (en dat zijn er best veel), en als ik ‘zwak’ ben gaat er weer een plastic pot Griekse yoghurt mee naar huis. Trouwens, ik moet zeggen, sinds die pandemie kom ik sowieso veel minder in allerlei winkels, dat scheelt…

En daar sta ik dan, met m’n bakjes van de Thai. Ik voel me een hypocriete huichelaar. Als ik ècht het milieu wilde redden, ging ik toch geen eten afhalen? In plastic bakjes? Als ik de video van Rosemary Randall zie over ‘klimaatontkenning’ – dat was een tip van Loessoep – voel ik me aangesproken. Ik kijk kennelijk ook regelmatig de andere kant op. Terwijl ik steen en been klaag over het opmaken van de aarde. Zucht. Nooit meer Thais? Blêh… Kunnen we niet terug naar het eigen pannetje? Dat je vroeger meenam als je frietjes ging halen op de camping in Frankrijk? Gooi maar vol, s’il vous plaît! Hmm. Ze zien me al aankomen…

De ons omringende landen schijnen al iets verder te zijn, met allerlei initiatieven. Daar moeten we hier óók naartoe, duurzame bakjes en pannetjes en bekers. Het vergt wat organisatie, maar… die plasticproductie moet echt omlaag! En daar moeten de beleidsmakers en bedrijven zéker bij helpen, het is niet alléén aan de consument.

Niet zo’n positieve braindump geloof ik, dit. Het is bloedserieus, geen onderwerp om over te grappen. En ik heb (nog) geen oplossing. Bovendien maak ik zelf ook deel uit van het probleem, behoorlijk frustrerend. Soms doe je het goed, soms doe je het niet goed. Het blijft zoeken, naar een balans tussen een beetje genieten van onze welvaart, en oog hebben voor het behoud van deze wereld. En uiteindelijk willen we kunnen blijven genieten van de natuur… die ons in leven houdt!

Hm. Maar, als ik de Thai over kan halen om eten mee te geven in mijn eigen pannetje, laat ik het weten…