Niet normáál gewoon, het gips mag er straks al weer af! Wat vliegen de weken voorbij. Ik weet nog dat ik dacht: wat vréééselijk, minimaal vijf weken gehandicapt! En ook: nou ja, als ik dan niks kan, met m’n pols in het gips, dan heb ik lekker veel tijd om te tekenen en te bloggen! Maar het gaat héél anders…

Alles wat ik doe kost namelijk me-ga veel tijd. Ik moet goed oppassen dat ik m’n linkerhand niet gebruik. Hooguit m’n elleboog, of een deel van m’n onderarm. Zeker nu het ietsje beter gaat, en ik m’n vingers weer een beetje kan gebruiken, ben ik geneigd om dingen met twee handen te doen. Een pijnscheut helpt me snel herinneren dat dat nog niet de bedoeling is. Ik word wel steeds creatiever. Een kratje optillen, een wasmand de trap af dragen, een handdoek opvouwen, een ovenschaal uit de oven halen… nou ja dat laatste gaat nog ff niet haha. Maar hopelijk kan ik straks eindelijk weer normaal douchen, zonder allerlei plastic-zak-met-folie-en-elastiek-perikelen! Zaaaalig lijkt me dat…

Maar goed, tijd overhouden, dat lukt nog niet. Ik heb eerder nog meer tijd tekort dan anders. Dat valt vies tegen! Dus nu denk ik weer: als het gips eraf is, dàn gaat alles weer beter. Heb ik weer meer tijd. Kan ik meer doen. Krijg ik weer meer voor elkaar.

Maar hé, is dit weer een knap staaltje van mezelf voor de gek houden? Hm. Dit is een patroon. Er zijn altijd obstakels, hindernissen, die ervoor zorgen dat ik nù toch niet tevreden kan zijn. Straks, straks wordt het beter. Heb ik minder ‘last’ van dit of dat. Is de weg vrij om…. om wat? Waar wacht ik op? En wat verwacht ik dan?

En, ik voel me zo vaak gehinderd door wat me overkomt. Wat er met mij gebeurt, en wat er met de wereld gebeurt. Ik loop altijd met een hele hoop burdens te zeulen. Als dit eens voorbij was, als ik dàt eens op kon lossen…!

Ik weet niet eens hoe we er op kwamen, maar ineens zitten we een eerdere aflevering van AGT te kijken. Een jonge vrouw staat op het podium. Ze straalt, met haar prachtige ogen en schitterende lach. Waar het zelfgeschreven nummer over gaat, dat ze zo gaat zingen? Slik. Ik krijg een brok in m’n keel. Zoals ze daar staat, rustig, glimlachend, vertellend hoe ziek ze is. Met statistisch gezien maar een heel kleine kans om te overleven. (*)

You can’t wait until life isn’t hard anymore before you decide to be happy”, zegt ze.

Het is een open deur, maar hakt erin als een bom. Waar doe ik nou moeilijk over? Waarom laat ik me zo frustreren door alles wat niet-gaat-zoals-het-volgens-mij-zou-moeten-gaan? Waarom moet eerst alles opgelost worden? Waarom stel ik het uit, de beslissing om gelukkig te zijn?

Het is helemaal niet zo moeilijk om dingen te relativeren. Om te bedenken wat er, op dít moment, ècht toe doet. Ik vergeet het alleen weer zo snel. Ik moet er dus vaker bij stil staan. Op herhalingsoefening. Heel vaak. Niet de nadruk leggen op later, wat er nog moet, maar op nù. Niet focussen op plannen, verwachtingen en teleurstellingen. De drang naar controle loslaten. Gewoon kijken hoe het vandaag gaat.

Ik voel wat protest van binnen, als ik dit opschrijf. Net als met m’n gebroken pols, wil ik toch niet alleen afwachten? Ik wil toch actief helpen om de dingen iets beter te maken? En snel ook!

En dat is waarschijnlijk mijn denk-uitdaging: het zou niet òf-òf hoeven te zijn, maar èn-èn. Ik wil een modus vinden om energie te steken in morgen, zonder dat het ten koste gaat van mijn tevredenheid over vandaag. Zoiets.

Goh, heb ik daar niet al vaker over geschreven…? Hoezo herhalingsoefening…

Nou, straks dus het gips eraf, en dan… zien we op dat moment wel hoe het is en hoe verder. No control. No fear. It’s okay.

En Nightbirde, bedankt voor je prachtige woorden, je indringende liedje. Had ik even nodig, denk ik. En natuurlijk wens ik je a long and happy future… 💗

(*) Jane Marczewski heet ze, haar ‘artiestennaam’ is Nightbirde.