Het werd september. De weersvoorspellingen waren nog slecht (tja, achteraf bezien…) en we besloten om er toch even tussenuit te gaan naar het warme zuiden. Naar een bekende stek op Kreta, want ik heb geen puf om dingen uit te zoeken, we zijn (nog steeds) ontzettend toe aan gewoon niks. Via whatsapp boek ik een nieuw hotelletje en hop. Ik moet zeggen dat ik het steeds moeilijker vind om vliegtickets te boeken, een duidelijk geval van enorme vliegschaamte. Nog frustrerender als het dan schitterend weer blijkt, thuis… Een schrale “troost” – al kun je dat zo niet noemen – is de slechte luchtkwaliteit in Nederland, waardoor we waarschijnlijk alleen maar binnen hadden moeten blijven. Op Kreta lopen we de hele dag buiten, zalig!

De eerste dagen komt er helaas een kink in de kabel: manlief sterft zowat van de pijn aan een acute slijmbeursontsteking in z’n schouder. Blij dat we op een toeristische plek zitten, kopen we de apotheek leeg om nog enigszins de dag – en vooral nacht – door te kunnen komen. Dit is wel de zoveelste keer dat één van ons iets mankeert tijdens de vakantie… is dat nou ouder worden?

Kreta is voor mij nou niet een plek om veel dieren te zien, maar toch zit het mee. Ik heb m’n kijkertje meegenomen en waar ik ze al verwachtte zweven de lammergieren tussen de toppen boven ons hoofd. Wat een majestueus gezicht! Met de kijker kan ik prachtig de details van hun gekromde halzen en enorme vleugels zien.

In de haven zien we zoals gebruikelijk een paar keer de zeeschildpadden voorbij komen op hun vaste fourageerrondje. En, als ik op de rotsen naar de branding sta te kijken, komt er ineens een ijsvogel voor me zitten! Die heb ik dus nog nooit hier gezien… en hij is groot, groter dan die bij ons, lijkt het! Met alleen m’n telefoon kan ik natuurlijk niet genoeg inzoomen voor een foto, maar ik ben toch blij, wat een leuke verrassing!

Een dag later, op een ander strandje, of het zo moet zijn: wéér een ijsvogel! Bizar, zo zie je ze nooit, zo zie er twéé!

Aan de overkant van ons balkon woont een hond op het dak. We kletsen denkbeeldig hele gesprekken met het beestje en staan gek te doen om een kwispelende staart uit te lokken. Intussen vraagt de hond zich af wat voor idiote figuren daar op dat balkon staan, en gaat voor dood liggen.

Al met al toch een beetje uitgeruster gaan we weer op weg naar huis, om erachter te komen dat er een nogal zieke man pal achter ons zit in het vliegtuig. Urenlang gaat het hoesten, proesten en snotteren in onze nek door. En ja hoor, we zijn nog geen 3 dagen thuis of het begint bij ons, en binnen no time zijn we allebei doodziek. Echt niet grappig, alles doet pijn, barstende koppijn, koorts… Ik verwacht dat het de heersende griep is, maar we hebben nog wat testjes liggen dus voor de zekerheid gebruiken we die. NEE!!! Hoe is hoe mogelijk. Corona.

Na drie-en-een-half jaar buiten schot te zijn gebleven, zelfs toen manlief het had – ik dacht haast immuun te zijn – ga ik nu volledig voor de bijl. Wat een doffe ellende! M’n laatste vaccinatie is alweer een jaar geleden, dus waarschijnlijk ben ik een makkelijk slachtoffer. M’n bloedsuiker volledig ontregeld, de vele hypers maken de zenuwpijnen nòg erger. Gôh. Ik weet nu pas wat iedereen meemaakte afgelopen jaren.

We zijn compleet gesloopt en alweer aan vakantie toe. Wat een pech, net nadat ik zo bewust besloten had dat het het schuldgevoel waard was, een vliegvakantie. En nu voelt het alsof het voor niks was. Gelukkig voelt manlief zich na een week wat beter, bij mij wil het nog niet vlotten.

En inmiddels is het oktober. Ik hoop maar dat het niet blijft slepen, zoals ik bij verschillende mensen heb gehoord.

De mondkapjes mogen weer uit de kast, en laat die vaccinatierondes maar weer komen. Helaas.