Het is net alsof ik weer een kind ben, zo voelt het. Heerlijk ingepakt, muts, wanten, boots, thermobroek en een paar truien over elkaar… en dan de eerste zachte stappen in de dikke laag sneeuw voor de deur. Oeoeoeoe… wat is dat lekker!

De hele morgen kijk ik al naar buiten, hoe de vogeltjes af en aan vliegen naar het voer dat ik steeds weer opnieuw aanvul – ik wil ze zo graag goed door deze koude dagen heen helpen! Op het veldje achter gaat de ene na de andere hond helemaal uit z’n dak in dat gekke witte spul, superkomisch. En dan ben ik zelf aan de beurt. Lekker een flinke wandeling maken!

het begint al bij een soort sneeuw-kerstboom op het raam…

Alles ziet er totaal anders uit. Het is zo bijzonder… na een jaar lang intensief dezelfde paadjes bewandeld te hebben, laat een beetje sneeuw me dingen ineens weer ‘voor het eerst’ zien. Wat een verademing! Niet dat ik er normaal niet van geniet hoor, maar deze afwisseling is me echt enorm welkom! En werkelijk alles lijkt wel kunst…

… nee geen gletsjer of zo, gewoon een slootrand…
… net als dit…
… het pad lijkt wel een kunstwerk, helemaal in een patroon bevroren…
… net als de bevroren sloot, die ook allemaal magische patronen heeft…
…en ook de besneeuwde klimop vind ik net kunst…

En dat van die welkome afwisseling lijkt voor veel mensen op te gaan. Ik zie overal blije mensen, groot en klein. Het gaat eindelijk eens een keertje niet over covid. En stress over woon-werkverkeer is er gelukkig ook niet, met dat thuiswerken.

Hier en daar lukt het om kniediep in een zachte witte laag weg te zakken. Ik krijg visioenen van bergen, verstilde landschappen, vakantie, de Alpen, de Rockies, snowboarden… hoe blij ik me voel, met al die herinneringen! Zouden er nou nog steeds mensen zijn die het niks vinden, sneeuw, en angstig binnen blijven? Ik kan me dat gewoon niet voorstellen, zeker nú niet. Ik begrijp er niks van dat de buurkinderen niet buiten komen spelen… dit wil je toch, als kind? Je als een kind voelen?

De beestjes buiten zijn misschien niet allemaal blij. Er is nog een stukje water verderop dat nog niet bevroren is, gelukkig voor de ijsvogels en andere gevleugelde vriendjes. De ganzen zitten hier en daar bij elkaar in de sneeuw, of vliegen snaterend in groepjes over, alsof ze zich belazerd voelen en zeggen: zijn we daar nou voor gekomen? Moeten we nou nòg verder naar het zuiden vliegen? Ik spot een roodborsttapuit, die ineens makkelijker te zien is tegen al dat wit.

Weer thuisgekomen blijken de vinken, meesjes, tortels en merels al flink huisgehouden te hebben, het buffet is bijna op. Nog een keertje bijvullen dan maar. En dan mag het van mij gewoon verder sneeuwen. Heerlijk.