… vervolg…

Uiteindelijk was het denk ik ook een kwestie van bezuinigingen. En leek ik het makkelijkste slachtoffer. Om eens even als persoon met de grond gelijk te maken. Een ongewenst persoon, die te vaak de vinger op zere plekken wist te leggen. Maar, denk ik dan, het was een stuk makkelijker te accepteren geweest – en menselijker – als dat vanaf het begin af aan gezegd was, dat het zakelijk was, dan wist ik waar ik stond. Zo zit mijn brein namelijk in elkaar. Helder. Open. Klaar. Maar zo’n tactische strijd vol leugens, daar ga ik volledig kapot aan. En dat was kennelijk ook precies de bedoeling.

Het gemakkelijkste slachtoffer – hoewel ze zich waarschijnlijk verkeken hebben op de redelijkheid waarin ik bleef opereren – maar ook de meest bedreigende collega. Dat is wat ik ook geleerd heb. Ik lijk een bedreiging. Vooral voor ambitieuze ego’s, incompetente carrièrezoekers, luie lijntrekkers, ongeïnteresseerde nietsnutten en pretentieuze betweters, die hebben mij niet graag in de buurt. Ik kan mensen hopeloos onzeker maken, onbedoeld, door mijn enthousiast meedenkende en naïef behulpzame neigingen. Spontane opmerkingen en achteloos genoemde verbetermogelijkheden uit mijn mond, die vallen vaak verkeerd. Ik. Ben. Een. Bedreiging. Steeds weer. Ik kom er maar niet van af. Ik hoor er niet bij.

Nou, dat is in ruwe hoofdlijnen het verhaal. Ik zit thuis, zonder werk, met een neurodivergent brein en een autoimmuunziekte. En ik wil zo ontzettend graag mijn capaciteiten benutten, mijn talenten inzetten, mijn kwaliteiten gebruiken, me verder ontwikkelen, me nuttig voelen, mijn bestaanszekerheid verbeteren, en vooral: me gelukkig voelen. Dat vind ik nog het ergste van alles, dat ik me m’n flow heb laten afnemen, dat ik nu voortdurend aan mezelf twijfel, aan mijn bestaansrecht, zo totaal niet passend in de maatschappij, afgedankt.

Al deze jaren van aanpassen, kronkelen, ploeteren, incasseren, hebben nog meer vertwijfeling gebracht, over mijn hele leven eigenlijk. Wat heb ik allemaal verkeerd gedaan? Had ik het beter moeten doen? Anders moeten doen? Of heeft het gewoon zo moeten zijn? Is dit wat het leven me leert? Dat ik nergens controle over heb? Dat ik gewoon niet in de maatschappij pas?

Dat je ergens niet moet willen zijn als dat je plek niet is, is me wel duidelijk. Ik heb ook ontzettend veel geleerd, over mezelf, over mensen, over gedragingen, over machtsmisbruik, over (on)recht, vooroordelen, bekrompenheid. Over diabetes. Over machteloosheid. Over accepteren. Over loslaten. Over mijn brein. Over het belang van een partner die naast je blijft staan door dik en dun (wow, my unsurpassed lifesaver)… Over het leven.

Maar nu wil ik verder. Ik wil me niet meer afgeserveerd voelen. Ik wil vooruit. Ik wil bloeien. Vlammen. Bijdragen. Wat is dan wèl mijn plek? Ik wil een nieuwe weg inslaan, een nieuw begin maken, een toekomst hebben. Ik wil zingeving, me gewenst voelen, gewaardeerd voelen. Net als iedereen, toch? Ik wil mijn ikigai, mijn purpose vinden. Trots zijn op mezelf. Ik weet diep in mijn hart dat ik heus iets te bieden heb… maar aan wie?

Of ik daar een antwoord op ga vinden, weet ik nog niet. Ik werk er in ieder geval aan om beetje bij beetje mijn oude onstuitbare energie te hervinden, weer te durven, weer te vertrouwen. Anderen, maar vooral ook mezelf. Mezelf ook te waarderen, ook al heb ik geen betaald werk. Ook al heb ik een ander brein. Denk ik anders. Ben ik anders.

Ik merk dat het helpt, om dit allemaal ‘kort’ samen te vatten, op schrift. Er is zoveel gebeurd in al die jaren, dat mijn brein er soms volledig in verstrikt raakt. Soms moet je dingen geforceerd versimpelen, om tot een nieuw startpunt te komen. En door het op te schrijven, dwing ik mijn gedachten een bepaalde kant op te focussen. Een positieve kant. Ik voel het nu. Het gaat komen. Want.

Ik. Ben. Het. Waard.