Ze blijven me fascineren, die lieveheersbeestjes. Het zal ook wel in de naam zitten. Maar ook dat ze zo glanzend en kleurig zijn. En dat ze goeie dingen doen. Of minder goeie. En dat ze rondlopen als een kevertje en dan ineens weg kunnen vliegen. En er zijn zo vreselijk veel soorten, ik blijf er iedere keer iets over leren.

Vorig jaar ontdekte ik pas voor het eerst (duh) dat die kleine kruipende draakjes larven zijn van lieveheersbeestjes. En dat die rare halvemaanvormige gekleurde klompjes verpoppende larven zijn. Nou, ze zitten er volop!

En nu heb ik ook voor het eerst de eitjes ontdekt!

eitjes lieveheersbeestje

Deze lijkt niet helemaal happy. Of is ie nog niet opgedroogd na het verpoppen? Hij heeft al wel stippen…

lieveheersbeestje

Eén van mijn lievelingslieveheersbeestjes is het kleine schaakbordlieveheersbeestje.

Maar ik heb net nog een andere superschattige ontdekt – in de woonkamer. Het citroenlieveheersbeestje! Piepklein is ie. Je zou ‘m kunnen verwarren met een andere soort, maar hier zie je duidelijk waaraan je ‘m kunt herkennen. Helaas is dit een voorbeeld van een niet zo lief lieveheersbeestje: hij eet meeldauw en is daarmee een verspreider ervan. Hm. Jammer. Maar ik laat ‘m toch maar vrij in de tuin.

En dan m’n laatste ontdekking. Ik heb geen idee wat ik zie als ik een klein wit wollig dingetje in de lavendel ontdek. Maar leve google: het is dus de larve van een dwergkapoentje (Scymninae, welke precies weet ik dan weer niet). Hij is vermomd als wolluis, z’n favoriete maaltje.

Lees eens voor de grap welke benamingen er allemaal zijn voor het lieveheersbeestje, in verschillende talen en in Nederlandse dialecten, in de paragraaf Etymologie op Wikipedia!

Of, ook leuk, kijk eens in hoeveel van m’n blogposts het lieveheersbeestje voorkomt (zoek maar eens op “lieveheersbeestje)… Ik heb er zelfs eentje geprobeerd te tekenen 😁